Anton
Geesink bereidt zich momenteel in Beauvallon voor op de Olympische
Spelen. U ziet hem hier in gezelschap van zijn ploeggenoten uit de
Utrechtse Kodokan Dojo: Wim Blokker, Ernst Eugster, Henny Koot en
zijn vroegere Franse tegenstander Henri Cortine (midden) op de mat in
het stadje aan de Franse Côte d'Azur. Dat meldt het
Utrechtsch
Nieuwsblad op donderdag 13 augustus 1964.
De
wereldkampioen heeft bepááld geen vakantie. Hij staat om half vijf
op en rijdt dan met de auto 20 kilometer de bergen in. Daar zijn
houthakkers aan het werk, die hem in staat stellen met de door hun
gekapte bomen te werken. Dat 'stoeipartijtje' duurt dan anderhalf
uur. Daarna loopt hij hij zo hard mogelijk naar een riviertje, 'n
afstand van 5 kilometer. Bij die snel stromende beek ontbijt Geesink
en rust er verder enkele uren. Vervolgens wordt er twee uur lang met
halters gewerkt en dan gaat hij van half 6 tot kwart over 7 's avonds
nog de mat op om te judoën met wie maar wil. En dat zijn er heel
veel, want een groot gedeelte van de Europese judowereld is in
Beauvallon verzameld. Na
het diner vindt Anton dan toch wel de tijd gekomen om moe maar
voldaan naar bed te gaan en te dromen van Tokio.