Het Openbaar Ministerie heef vandaag tot zes jaar cel geëist tegen vijf verdachten van het lidmaatschap van een criminele organisatie die gericht was op het plegen van plofkraken vanuit Nederland in Duitsland. De groep was, zo blijkt uit het onderzoek, bereid enorme risico’s te nemen om een buit binnen te halen. Risico’s voor zichzelf, maar vooral ook risico’s voor omwonenden van de pinautomaten die opgeblazen werden en voor verkeersdeelnemers wiens weg zij kruisten tijdens hun dollemansritten van en naar Duitsland.
Het is pijnlijk gebleken dat het nemen van dergelijke risico’s niet zonder gevolgen blijft. Een verdachte komt om het leven als in een Utrechtse loods een hoeveelheid explosieven onbedoeld tot ontploffing komt. En een jonge vrouw, die geen enkele relatie met de bende heeft, overlijdt nadat haar auto nabij Nieuwegein in botsing komt met een auto die - bestuurd door een van de verdachten - met hoge snelheid over de snelweg racet tijdens een testrit. Hoewel deze incidenten geen onderdeel uitmaken van dit strafproces (de bestuurder is afzonderlijk al veroordeeld tot vier jaar cel voor de dodelijke aanrijding) tonen ze aan hoe verwerpelijk de groep te werk ging.
Het onderzoek naar deze plofkraakbende is een samenwerking geweest tussen de Nederlandse en Duitse autoriteiten. Na een tip van een producent van pinautomaten maakt de Duitse justitie in maart 2020 bij de Nederlandse collega’s melding van een verdachte bestelling van pinautomaten op het adres van een loods in Utrecht. De bestelde pinautomaten worden vervolgens in het geheim deels voorzien van camera’s en afluisterapparatuur en de loods in Utrecht wordt in de gaten gehouden. Alle informatie die het politieteam verzamelt, leidt in de periode daarna stap voor stap tot de identificatie van een groep verdachten. Afgeluisterde (telefoon)gesprekken en bakens onder een aantal door de groep gebruikte auto’s geven steeds meer inzicht in waar de verdachten mee bezig zijn.
Verdachte komt om het leven bij explosie in Utrecht
Op 5 september 2020 vindt er een ontploffing plaats in de loods in Utrecht. In de loods treffen hulpdiensten hierop het levenloze lichaam van een van de verdachten aan. Daarnaast vindt de politie er onder meer vier pinautomaten, gasflessen, explosieven en diverse andere stoffen en goederen die gebruikt worden bij het plegen van plofkraken. Duidelijk is dat de loods gebruikt wordt voor het experimenteren met het opblazen van Duitse pinautomaten. De dood van de verdachte is hoogstwaarschijnlijk het gevolg van een ongeluk met de aanwezige explosieven.
De ontploffing in Utrecht en het aantreffen van de spullen leidt tot de eerste aanhoudingen. Na het afluisteren van gesprekken tussen verdachten vindt de politie nog een zeer gevaarlijke hoeveelheid explosieve stoffen in een berging in Den Bosch. Een compleet woonblok moet na deze vondst ontruimd worden. In de maanden die volgen, leidt het onderzoek tot steeds meer bewijs en kunnen diverse verdachten worden aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij het plegen van plofkraken.
Ernstige misdrijven
Uiteindelijk heeft het onderzoek er toe geleid dat zes verdachten worden vervolgd voor deelname aan een criminele organisatie. Het gaat om vijf mannen van begin twintig uit Utrecht en Den Bosch en een 31-jarige vrouw uit Den Bosch. Ze worden allen verdacht van het voorbereiden van plofkraken. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om het uit uitvoeren van voorverkenningen, het maken van explosieven en het regelen en preparen van snelle auto’s. Drie van hen worden er ook van verdacht daadwerkelijk een plofkraak en een of meer pogingen daartoe te hebben gepleegd in Duitsland. Bij twee verdachten is ook het bezit van explosieven ten laste gelegd.
De verdachten hebben zich schuldig gemaakt aan zeer ernstige misdrijven. De plofkraken veroorzaakten, zoals gebleken is, enorme veiligheidsrisico’s. Daarnaast was de schade als gevolg van de explosies in Duitsland enorm. Voor de verdachten telde echter alleen de buit die ze mogelijk konden pakken. Zelfs de dood van de medeverdachte was geen aanleiding te stoppen met de criminele activiteiten. De officier van justitie eiste daarom vandaag tegen vijf verdachten onvoorwaardelijke celstraffen voor de duur van zes jaar, twee keer vijf jaar, drie jaar en een keer negen maanden. De strafeis tegen de zesde verdachte zal naar verwachting donderdag 16 februari volgen.
Het Openbaar Ministerie heeft het voornemen om in een latere fase een ontnemingsvordering aan te brengen. Doel daarvan is de verdachten het met de plofkraak verdiende geld af te nemen.