Het
verpleegsterskorps van het Academisch Ziekenhuis in Utrecht is
uitgebreid met zestien gediplomeerde verpleegsters uit de
Philippijnen. Dit is de eerste versterking van Philippijnse
verpleegsters voor het Nederlandse verpleegsterskorps. Dat meldt het
Utrechtsch Nieuwsblad op zaterdag 31 oktober 1964.
Vrijdag
arriveerde de groep, vanwege de mist boven Schiphol, enkele uren te
laat, in Utrecht. In de loop van de volgende week komen nog tenminste
vier, maar waarschijnlijk negen meisjes, die ook in het Utrechts
Academisch Ziekenhuis zullen gaan werken. Het is niet onmogelijk dat
in de toekomst ook andere academische ziekenhuizen een dergelijke
versterking zullen krijgen.
De
groep, (eigenlijk twintig verpleegsters, voor vier was vanwege de
Tokiose drukte geen plaats meer in het vliegtuig) komt hier
werken. De meisjes, die gediplomeerd zijn en in leeftijd variëren
van 25-33 jaar, worden gehonoreerd als hun Nederlandse gediplomeerde
zusters. Zij zijn, in ieder geval de eerste periode, intern in het
AZU, voor later wordt gedacht aan Nederlandse pleeggezinnen om de
acclimatisering te vervolmaken.
In
de eerste beginperiode zullen zij van de Nederlandse gewoonten en
bezienswaardigheden op de hoogte worden gebracht door een eigen
mentrix, mej. M. Th. Snel. Zij zullen twee uur per week Nederlandse
les krijgen.
Mej.
A. van der Weg, de directrice van het AZU, heeft veel vertrouwen in
haar nieuwe verpleegsters. Tijdens haar oriëntatie-bezoek aan de
Philippijnen in juli nadat prinses Beatrix de tip van het
Philippijnse verpleegstersoverschot had gegeven, hetgeen haar tijdens
haar driedaagse bezoek aan dit land vorig jaar in het kader van haar
reis door het verre Oosten was opgevallen, ondervond mej. Van der
Weg, dat de Philippijnse meisjes het verpleegstersvak bijzonder
aantrekkelijk vinden. Zij zijn leergierig en krijgen een opleiding
volgens Amerikaanse methoden.
Het
verpleegstersoverschot (op een sollicitanten-oproep voor vijftig
leerling-verpleegsters ontving een protestants ziekenhuis in dit
overwegend rooms-katholieke land 900 brieven) heeft al meer
aanleiding gegeven tot uitzending naar andere landen, vooral naar
Amerika, waar men zeer gunstige en prettige resultaten boekte.
In
samenwerking met de Nederlandse ambassadeur in Manilla, de heer Van
der Zwaal en mrs. M. de Guzman, die de internationale belangen van de
Philippijnse verpleegsters behartigt en ook vrijdag meegekomen is -
maandag gaat zij bij prinses Beatrix op Drakenstein op bezoek - werd
al spoedig een groep van twintig meisjes voor Utrecht gevormd.
Vandaag
is in Utrecht een samenkomst van directrices van andere academische
ziekenhuizen en ook voor andere plaatsen in Nederland de mogelijkheid
tot het in dienst nemen van Philippijnse meisjes te overwegen.
In
Utrecht is men erg blij met de deze buitenlandse versterking. Het
aantal verpleegsters, hoewel evenveel als elf jaar geleden: 670, is
te klein geworden door de 45-urige werkweek en door de meer man-power
vragende technische apparatuur in het ziekenhuis.
Al
enkel jaren heeft men 150 van de duizend beschikbare bedden, verdeeld
over alle afdelingen moeten afstoten. Bovendien is in 1965 de opening
van de chirurgische afdeling van prof. dr. J.F. Nuboer te verwachten,
zodat men nog eens zestig verpleegsters nodig heeft.
Het
Academisch Ziekenhuis kent al langer buitenlandse hulp, hoewel dit
wel de eerste grote groep verpleegsters is, die in vaste dienst
treedt. Er zijn doktoren uit vele landen in het AZU werkzaam,
bovendien heeft men al geruime tijd 45 Spaanse dienstmeisjes in
dienst.