Utrecht 60 jaar terug: Kudo bestaat 70 jaar

'Jullie zitten op het ogenblik wel goed met je mensen, alleen met de klarinetten zit het een beetje zwak,' zo sprak een jurylid tijdens een muziekconcours tot bestuursleden van het thans zeventigjarige Koninklijk Utrechts Dilettanten Orkest. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op woensdag 27 januari 1965.

Het is overigens het enige grote probleem, waar het Kudo op het ogenblik mee zit. Voor de rest denkt men alleen aan het feest op zaterdag 30 januari. Dan vieren muzikanten, bekenden en familieleden het zeventigjarig bestaan in het Erasmushuis te Utrecht.

De eigenlijke datum, waarop de vereniging werd opgericht is 21 oktober 1894. Ere-voorzitter burgemeester De Ranitz van Utrecht, adviseerde de vereniging het zeventigjarig bestaan alleen intern te vieren. 75 jaar zegt het publiek veel meer, aldus de heer De Ranitz. In 1969 staat Utrecht dus nog wat te wachten.

In de wijk Lauwerecht richtte wijkpredikant dr. Bronsveld in 1894 de christelijke muziekvereniging Lauwerecht op, met de bedoeling christelijke jongemannen van de straat te houden. Want aan georganiseerd vertier werd in die dagen weinig gedaan.

De gegevens omtrent de eerste jaren zijn heel summier. Wie deel uitmaakten van het eerste bestuur weet niemand. Wel dat de contributie twaalf cent per week bedroeg. De repetities werden onder leiding van ene heer Harmsen op maandag- en vrijdagavond gehouden in een zaaltje van het wijkgebouw Lauwerecht.

Onder dirigent Diepenbeek -adjudant-kapelmeesteer van het trompetterkorps der veldartillerie uit de Damlustkazerne - haalde men in juli 1905 een eerste prijs in de derde afdeling en promotie naar afdeling 2 fanfare in Capelle aan de IJssel.

In 1907 werd de heer H. Kok - eerste hoornist bij het U.S.O. en later bij het Concertgebouworkest in Amsterdam - als dirigent aangetrokken. De heer Kok is een week geleden in een ziekenhuis in Ede overleden.

Op verschillende concoursen sleepte het Kudo eerste prijzen en tenslotte promotie naar de eerste afdeling fanfare in de wacht. In 1922 kwam men in de afdeling Uitmuntendheid terecht tijdens een concours in Maarssen en in 1923 verwierf het korps in Utrecht de eerste prijs in de hoogste afdeling fanfare.

Met toestemming van oprichter en ere-voorzitter dr. Bronsveld werd in 1920 het christelijk in de 'kop' vervangen door neutraal, zodat iedereen lid van de muziekvereniging kon worden: lid van het Utrechts Dilettanten Orkest. Deze reorganisatie betekende een aanzienlijke stijging van het ledental, dat tot toen slechts ongeveer twintig had bedragen. In 1926 werd het orkest van fanfare omgezet in een harmonie: van uitsluitend koperen instrumenten naar hout en koper, van piston naar klarinet.

1934 - 40 jaar Kudo - was een jaar om niet te vergeten, zo schreef oud-voorzitter G. 't Hoen -thans nog bestuurslid - in het eigen maandblad. 29 juni verleende koningin Wilhelmina de vereniging het predikaat koninklijk. De toenmalige commissaris der Koningin, jhr. mr. dr. L.H.N. Bosch ridder van Rosenthal was beschermheer geworden en de nieuw benoemde burgemeester dr. G.A.W. ter Pelkwijk erevoorzitter.

Na dit jaar vol hoogtepunten dutte het Kudo in: de animo ging er een beetje uit, de prestaties en het ledental verminderden. Dat kwam ook door de strengheid van de uitstekende, maar veel eisende, dirigent Kok, die na zijn pensionering bij het Concertgebouworkest - waar hij onder Willem Mengelberg heeft gespeeld - in 1928 weer de touwtjes in handen nam. Tot 1959 heeft het bestuur gesukkeld met zijn muzikanten. De oorlog - men sloot zich niet aan bij de kultuurkamer, waardoor het Kudo enkele jaren (met ere overigens) 'koninkloos' is geweest - en de eerste jaren erna boden het muzikale leven weinig gelegenheid tot ontplooiing.

In 1959 verzocht het in Utrecht te goeder naam en faam bekend staande Vereeniging Harmonie Orkest om een fusie. Met ging samen verder onder de ongewijzigde naam Koninklijk Utrechts Dilettanten Orkest.

Sinds de fusie is het in opwaartse lijn gegaan. Momenteel komt het Kudo uit in de ere-afdeling van de Koninklijke Nederlandse Federatie van harmonie- en fanfaregezelschappen.

Men kan nog twee treden op: de vaandelafdeling en de afdeling uitmuntendheid. Daarop is het oog van iedere Kudo'er gericht: hoger, nog hoger.