Kees de gashond, die in dienst van het gasbedrijf van het Gevu (gemeentelijke energie- en vervoersbedrijf Utrecht) vele duizenden lekken in het leidingnet heeft opgespoord, is bijna twaalf jaar oud overleden. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op maandag 16 augustus 1965.
Men heeft de Duitse herder begraven tussen de beide gashouders van het gasdistributiebedrijf aan de Blauwkapelseweg. De mensen die met deze bijzondere hond te maken hebben gehad, zijn van plan het graf van een gedenkteken te voorzien.
Per 1 augustus 1955 trad Kees in gemeentedienst, na een opleiding in het opsporen van gaslekken te hebben gehad in Den Haag bij adjudant Bouma, de toenmalige commandant van de speurhondenopleidingsschool van de rijkspolitie. De gasfitter Th. G. Ockhuysen was op de gedachte gekomen een hond in te schakelen bij het zoeken naar gaslekken in het net en in de binnenleidingen. De hond werd onder de hoede gesteld van zijn collega Nicolaas Kock, die hem jarenlang uitstekend heeft verzorgd. De conditie van het dier was zo goed, dat - toen Utrecht een aantal jaren geleden van stadsgas omschakelde op reukloos 'omgebouwd' aardgas uit westelijk en oostelijk Nederland, dat van een nieuw luchtje werd voorzien - de hond in enkele weken tijd op de nieuwe geur omschakelde.
Internationaal kreeg Kees bekendheid in 1961 toen hij met de heer Kock voor demonstraties naar Denemarken ging waar een internationaal congres van gasdirecteuren werd gehouden. Per telefotonet gingen toen opnamen van Kees de wereld over.
Een opvolger voor deze hond, waarnaar men in verband met ziekte en ouderdom al maanden zoekt, is nog niet gevonden. Het blijkt moeilijk een dier te vinden dat even goed als Kees het deed, zijn neus in dienst van het gasruiken kan stellen.