Op
de tweede etage van perceel Huizingalaan 5 in Tuindorp-oost staat
het. Een natuurgetrouwe kopie van het eens zo machtige en glorieuze
circus Julius Gleich, dat zijn roemrijke periode tussen de beide
wereldoorlogen beleefde. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op
zaterdag 12 september 1964.
Is
het een wonder dat iedereen benieuwd was naar wat circus Gleich zijn
toeschouwers zou bieden? Vooral de onvervalste circusliefhebbers
waren zeer gespannen. En onder hen bevond zich een jongeman, die van
zijn leven al heel wat circusvoorstellingen had gezien.
Die
jongeman mocht zich in het gelukkige bezit van een vader verheugen
die zelf dol was op de geur van het circus, de schittering van de
kostuums, het felle licht en de schetterende kopermuziek. De jongeman
was in 1924 al zo vol over het klassieke paardenspel dat hem de lust
bekroop het toenmalige Franse circus Amar, dat ook in Nederland
bekendheid genoot, in miniatuur na te bouwen.
Och,
in het begin ging het nog wat stuntelig. Maar het werd toch een
verdienstelijk bouwsel, waarop de jongeman terecht trots op was. Nu
had hij zijn eigen circus en kon hij zijn fantasie laten botvieren.
Totdat
in het jaar 1927 het Riesen Zirkus Gleich naar Nederland kwam. En dat
betekende een sensatie van de allereerste rang. Gleich kwam met zijn
honderden medewerkenden, artiesten en dieren, met een voorbeeldige
organisatie in de 62 meter lange manege, waarin hij een totaal nieuwe
circuskunst had geschapen.
En
toen de jongeman eenmaal circus Gleich had gezien, deugde er
natuurlijk niets meer van zijn circus Amar. Hij zou nu een model gaan
bouwen van Gleichs wonderbaarlijke schepping. Want na de show van het
vroegere reusachtige Amerikaanse circus Barnum and Bailey, dat in
1901 Nederland had bezocht, had men hier nog nimmer een circus gezien
van zulk een reusachtige afmeting als de onderneming van van Julius
Gleich.
Van
dat ogenblik af was er voor de jonge vriend van toen maar één
circus: dat was Gleich met zijn reusachtige organisatie, zijn enorme
verzameling van raspaarden uit alle delen van de wereld en zijn niet
minder grote menagerie van allerlei exotische dieren. Zoiets spreekt
tot de verbeelding.
Hij
verzamelde gegevens en maten. Snuffelde overal rond en begon dus in
1927 aan de bouw van zijn circus, dat het evenbeeld zou worden van
de gigantische onderneming van Gleich. En nu in 1964 waarin het
circus Gleich nog slechts voortleeft in de herinnering van ouderen
(hoe vergankelijk is 's werelds roem) is de bouwer van het model,
waaraan hij in 1927 begon, nog steeds bezig met de vervolmaking van
zijn schepping, die die hij beschouwt als een natuurgetrouwe maquette
van het eertijds zo beroemde circus.
De
jongeman van toen is inmiddels zevendertig jaar ouder geworden. Het
is de heer B.J. van Herwerden, technisch ambtenaar bij de
gemeentelijke dienst van openbare werken te Utrecht.
Zoals
het met de jongeman van toen ging, wie de liefde voor het circus door
zijn vader werd bijgebracht, zo vergaat het thans de beide zonen van
de heer Van Herwerden: Bernhard (20) en Jurriën (17), die als sinds
enkele jaren bij pa 'in dienst zijn' als medewerkers.
Als
u de de zolder van zijn huis, waar 'het spul' staat opgeslagen,
betreedt, staat u perplex. U kijkt uw ogen uit. Opeen tafel, die
letterlijk geen centimeter van de grote ruimte vrijlaat, staat de
viermaster chapiteau met alles wat erbij en eraan hoort, opgesteld.
Het feeërieke elektrische verlichte front in Oosterse stijl, is
natuurgetrouw nagebootst. De circuskapel gaf juist een opgewerkte
mars weg. Aan de kassawagens was men nog druk bezig met het verkopen
van de plaatsbewijzen. Zo wordt hier een circussfeer geschapen, die
van een echte bijna niet is te onderscheiden. Alleen de typische geur
van zand en zaagsel ontbreekt.