Utrecht 60 jaar terug: een proef met wijkmarkten

Smaragdplein en Oppenheimplein in Utrecht krijgen voor één jaar de proef met een wijkmarkt . Na lange debatten - ruim drie uur - heeft de gemeenteraad daartoe donderdag met 23 tegen 13 stemmen besloten. Argumenten tegen en voor: men mag de middenstand vooral in de nieuwe wijken, niet blootstellen aan nog meer concurrentie - onze middenstand is krachtig genoeg en ook mans genoeg om deze concurrentie van enkele uren per week op te vangen. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op vrijdag 14 mei 1965.

Niet overtuigd waren de fracties van de VVD en de CHU, alsmede de leden van de KVP mevrouw Beyaert, en de heren ven Eijkelenborg, Hardy, Jansen en Van Beek, de heer Achterhof (ARP) en de heer Koppert (PvdA).

De KVP-er van Eijkelenborg dacht het college van B. en W. in het hart te treffen met de opmerking dat het zijn eigen standpunt ondergraaft. Herhaaldelijk hebt u ervoor gepleit, zo betoogde hij , dat een gezonde middenstand voor Utrecht van het grootste belang is en dat de middenstand alles moet doen om bij de tijd te blijven. Dan past het u en ons als overheid niet, de middenstand nog meer concurrentie op de hals te schuiven, te meer waar er geen enkele dragende reden aanwezig is.

Zijn partijgenoot wethouder Post had een slim verweer. U hebt blijkbaar geen vertrouwen in de kracht van de middenstand en dat hebben wij nu juist wel. Wij zijn ervan overtuigd dat de middenstand mans genoeg is vier uur in de week een wijkmarkt naast zich te kunnen hebben. De uitgaven van het publiek in de consumptieve sfeer zijn de laatste jaren nogal gestegen. Voor ernstige concurrentie vrezen zij dus niet. De wethouder wees er ook op dat van de 180 marktkooplieden, 126 uit Utrecht komen.