Utrecht 60 jaar terug: DOS-spelers trainen met Anton Geesink

Trainen en trainen is twee. Dat werd gisteravond in de nieuwe dojo van Anton Geesink wel duidelijk, toen de wereldkampioen de contractspelers van DOS onder handen nam. Vijftig minuten liet Anton de semi-profs werken, keihard werken. Na afloop wisten ze wie hen onder handen had genomen. Ze waren bekaf. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op woensdag 24 november 1965. Ze waren bekaf. Maar eensluidend was het commentaar: heerlijk, geweldig. De resultaten waren nog niet denderend, maar Geesink hoopt dat dat na enkele maanden anders zal worden.

De training die werd bijgewoond door o.a. trainer Jovan Jovanovic, manager Tim van der Laan, masseur Micha Sijacic, verzorger Jan de Lang en vele andere belangstellenden, begon met lopen en loswerken.  Allengs kregen de meesten last van hun voeten. Op een judomat wordt namelijk alleen op blote voeten gewerkt en dat kennen voetballers niet. Bloedblaren moest Mischa behandelen, maar voor ademhalingsmoeilijkheden kon niemand geholpen worden…

Vooral de oefenvormen, waarbij men elkaars krachten moest meten in duw- en trekvormen, verwekte nogal wat hilariteit. En dat zinde Geesink niet. 'Dat kennen we met judo niet. Daar wordt gewerkt en niet gelachen. Maar ze moeten nog aan mij wennen, mijn stem, mijn optreden. Een voetbaltrainer spreekt op een veld. Zijn stem gaat min de ruimte verloren, maar mijn woorden horen ze allemaal. Ik corrigeer vlak naast hen, geef hier een zetje daar een duwtje. Ik heb echter goede hoop, dat het zal bijdragen aan het herstel van DOS!'

Voorzitter mr. G. W. Kernkamp deed in een soort geïmproviseerde persconferentie uit de doeken, dat de geruchten die in omloop zin omtrent de bevoegdheden van Jovanovic uit de lucht gegrepen zijn. 'Deze avond is tot stand gekomen na volledig overleg met bestuur, trainer en manager. We staan er allemaal achter. Elke training is tevens gericht op het verhogen van de conditie, ook al werken ze met de bal. Nu wordt er één keer in de week alleen op de conditie gewerkt. Een andere omgeving , een andere oefenmeester kan de spirit en mentaliteit verhogen. Daar is het om begonnen.'

De reacties na afloop van de training waren positief. Men vond deze trainingen fijn, al moesten de meester net nog wel aan wennen. Geesink was vooral opgevallen het verschil tussen voetballers en judoka's. De laatsten komen een zaal binnen en gaan gelijk aan de slag; voetballers moet je eerst leiden. 'Als ik het nu zover kan brengen dat ze elkaar aanzetten om te werken, dan is er al een hoop bereikt. Per slot van rekening beoefenen zij een teamsport en moeten elkaar dus helpen. Dat kan niet in een paar weken, of zelfs maanden. Daar gaat een hele tijd overheen, maar gezien het enthousiasme, geloof ik dat ook dat wel in orde komt.'

De conditie van velen liet veel te wensen over. Het uithoudingsvermogen is slechts een klein onderdeel van de conditie, de voorwaarde om voetbal te bedrijven. De lenigheid, snelheid, snel- en duurkracht kunnen stukken hoger. Als Geesink de intensiteit van zijn programma gaat opvoeren, zullen alle onderdelen omhoog gaan, daar zijn van overtuigd. Hopelijk zal zich dat in de resultaten van DOS demonstreren.