'U kunt
hier alles leren, als u uw verstand maar gebruikt en u uzelf inspant
om iets te bereiken. U bent de ambassadeurs van uw volk en u moet met u
vergaarde kennis een toekomst voor uw kinderen opbouwen in eigen
land; soy ambassadores des Antillias Neerlandaisai! Zo begroette de
heer J. Mietes, hoofd sociale zaken van het kabinet van de
gevolmachtigd minister van de Nederlandse Antillen maandagavond
dertig Antillianen - allen vrijgezel. Dat meldt het
Utrechtsch
Nieuwsblad op dinsdag 8 september 1964.
Enkele
uren tevoren was de groep uit Curaçao op Schiphol gearriveerd. De
dertig - zestien Curaçaoënaren en veertien Arubanen - zullen te
werk gesteld worden bij Werkspoor. Zij hebben een contract voor twee
jaar getekend. Het is de eerste groep 'buitenlandse Nederlandse'
werknemers in Utrecht.
Een
beetje huiverig van de kou, ondanks het vrolijke septemberzonnetje,
en nog angstvallig dicht bij elkaar, stapten de Antillianen om 18 uur
uit de bus op het terrein van Werkspoor aan de Julianaparklaan. In
het ontspanningsgebouw werden zij zo goed als het ging op hun gemak
gesteld door allereerst de heer W.A. Koster, chef sociale zaken van
Werkspoor.
De heer
Koster waarschuwde de - geschoolde - nieuwe werknemers van Werkspoor
vooral voor de aanpassingsmoeilijkheden, waarmee iedereen te maken
zal krijgen. In hun werk zal het wel meevallen, want, zo benadrukte
de heer Koster ernstig, jullie hebben hier gelijke en dezelfde
rechten als iedere Werkspoorder. Maar dat houdt ook in, dat jullie
dezelfde plichten hebben.
Buiten
het bedrijf zal het wel wat moeilijker gaan. De jongens, in leeftijd
variërend van negentien tot negenentwintig jaar, zijn ondergebracht
in particuliere Utrechtse kosthuizen, natuurlijk een beetje bij
elkaar in de buurt. De Antillianen hebben als voornaamste voordeel
boven de andere buitenlandse werknemers in Utrecht , dat zij goed en
correct Nederlands spreken. Daarenboven zijn zij Nederlanders, zoals
wij. Dit heeft het vinden van goede pensions aanmerkelijk
vergemakkelijkt.
Hun chef
van sociale zaken gaf hen talrijke tips over de vrijetijdsbesteding,
waar zij zelf voor moeten zorgen. Op sportgebied - Antillianen zijn
verwoede voetbal- en honkbalspelers - is er keus genoeg in Utrecht.
Daarnaast biedt ook de personeelsvereniging talrijke mogelijkheden,
aldus de heer Koster, die ten slotte nog de uitgebreide
studiemogelijkheden benadrukte.
De heer
Mietes, geboren in Nederland, maar tientallen jaren op Curaçao
doorgebracht, heette in het Spaans zijn landgenoten mede namens
minister Lampe welkom, als Antilliaan tot Antilliaan. Het grote
verdriet van de Antillianen schuilt in het feit, dat we veel meer
kinderen hebben dan werk, zei de heer Mietes droevig, om daarna fel
van leer te trekken tegen de wel heel geringe kennis van de
Nederlanders over Curacao en de eilanden: ze denken dat wij niet
kunnen wat zij kunnen. En al ligt het tempo in Holland heel hoog, wij
- de regering van de Nederlandse Antillen - willen dat u zich zo
inspant dat u straks met uw kennis eigen zaken kunt opbouwen in uw
eigen land, zodat uw kinderen niet meer naar hier hoeven te trekken.
Heftig
waarschuwde hij zijn Antillianen tegen het afbetalings- en
verkoopsysteem in Nederland. U moet voorzichtig zijn in Holland. Wilt
u een fiets kopen - u heeft wat centjes gespaard en kan het betalen -
dan zal de man in de winkel u ook een brommer laten zien. Het eind
van het liedje is, dat u met een scooter thuiskomt, maar wie moet dat
dan betalen? Dat is Holland: business! Gebruik u verstand, anders
wordt u bedonderd, zei hij woordelijk.
De
vertegenwoordiger van de Antilliaanse regering besloot zijn
vaderlijke begroeting met het bespelen van het eergevoel van de
eilandbewoners van de andere kant van de wereld. Als man bent u hier
gevraagd met de bedoeling straks leiders van uw volk te worden.
Daarna
konden de nog beduusde Antillianen hun zoveelste indruk opdoen: zij
kregen een echte Hollandse maaltijd voorgeschoteld: groentesoep,
aardappels, sla, sperzieboontjes, appelmoes, karbonade, jus en fruit
en koffie toe. Niets nieuws voor ze, want in Curaçao en op Aruba
worden aardappelen gegeten en sperzieboontjes. Het enige nieuwe was
de appelmoes.
Met de
bus gingen zij na het eten eindelijk naar hun adressen, vermoeid en
overweldigd door de talloze indrukken. Van de personeelsafdeling
hadden zij een map met allerlei gegevens over het bedrijf en een
beschrijving met plattegrond van Utrecht gekregen. Woensdag gaan zij
aan het werk bij Werkspoor.
De groep
Antillianen is na strenge selectie samengesteld. In Nederland werken
al een paar honderd streekgenoten. Bijna iedereen is geschoold - de
meesten doorliepen de u.t.s. Het aantal buitenlandse werknemers bij
Werkspoor bedraagt ongeveer 260 - Grieken, Turken en Spanjaarden.
Totaal werken er 2400 mensen bij Werkspoor. Op de Antillen heerst,
volgens Werkspoormensen momenteel een grote werkeloosheid. Er is
nagenoeg geen industrie, terwijl de oliemaatschappijen mensen
afstoten.
Van de
Antillianen die in Nederland werken, wordt slechts twee procent
teruggestuurd naar huis, omdat het hier niet lukt. 70 procent werkt
uitstekend en 28 procent heeft - meestal tijdelijk - te kampen met
aanpassingsmoeilijkheden (werk, heimwee, vrije tijd). De bedoeling is
dat er nog een paar honderd eilandbewoners naar Nederland komen, die
in het gehele land te werk gesteld zullen worden.
De
dienst sociale zaken van het kabinet van de gevolmachtigd minister
van de Nederlandse Antillen onder leiding van de heer Mietes ziet
nauwlettend op het gedrag van zijn onderdanen toe. Men heeft daarbij
veel geleerd van de moeilijkheden bij andere buitenlanders. Bij het
aantrekken van werkkrachten gaat men dan ook bijzonder consciëntieus
te werk.