De maximum straf van 6 maanden werd geëist door de officier van justitie tegen de 43-jarige boekhandelaar en ex-SS'er Paul van Tienen uit Utrecht. De boekhandelaar was artikel 137-E van het wetboek van strafrecht ten laste gelegd, waarin diegenen strafbaar worden gesteld die boeken verkopen waarin passages voorkomen die beledigend moeten worden geacht voor de Joodse groepering der Nederlandse bevolking. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op dinsdag 22 december 1964.
Het betrof in dit geval het boek Adolf Hitler, Sein Kampf gegen die Minusseele, die hij zijn boekhandel Europa aan de Abstederdijk had verkocht. De officier van justitie eiste tegen de boekhandelaar de maximum straf die in dit geval opgelegd kan worden: 6 maanden gevangenisstraf, waarvan de helft voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Voorts vorderde hij onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen boeken. Hij tekende hierbij aan dat dit artikel in de dertiger jaren aan het wetboek van strafrecht was toegevoegd, dus in een tijd dat niemand nog weet had van wat de Joden zou worden aangedaan.
Paul van Tienen zelf verklaarde het boek 5 jaar geleden voor het eerst gelezen te hebben. Hij had toen niet ingezien dat in het boek voor de Joden beledigende passages voorkwamen. Nu getuigde hij van zijn spijt dat de schrijver zijn uitlatingen niet beter had geformuleerd, gedocumenteerd met aanhalingen uit standaardwerken, omdat het boek dan meer het karakter zou hebben gekregen van een politiek-filosofische studie. Hij zei overigens wel het beledigende karakter van de passages in te zien, nu hij ze onder elkaar zag staan.
Mr. Kolkert haakte later in zijn requisitoir op deze uitspraak in. Geen wonder dat hij het niet inzag, zo zei hij. Deze man heeft 8 jaar gevangenisstraf gehad omdat hij voor een vreemde mogendheid heeft gevochten. In 1954 werd hij veroordeeld omdat hij een verboden partij had opgericht. Hij is zo verstrengeld in wat hij als zijn ideologie heeft aangenomen dat hij deze passages normaal vond.
Toen ik dit boek las, aldus mr. Kolkert kreeg ik dezelfde smaak in de mond als bij het lezen van pornografie. Er steeg een verstikkende walm uit het boek op. Ik heb me afgevraagd hoe mensen uit dit boek hun geestelijk voedsel kunnen halen. Wie dit doet moet wel door en door ziek zijn in zijn opvattingen over menselijkheid en samenleving.
Paul van Tienen zelf zei over de hele kwestie : Het is goed dat ons boekhandelaren wordt gewezen op onze verantwoordelijkheid. Ik zal in de toekomst nog beter opletten, wanneer ik boeken beoordeel.