Aan het hoofd van de psychiatrische kliniek in de Nic. Beetstraat staat een man van wereldfaam, zo stelt het Utrechtsch Nieuwsblad op dinsdag 15 januari 1963. Het gaat om prof. dr. Henricus Cornelius Rümke. Hij is geboren op 16 januari 1893 en wordt dus 70 jaar.
Utrecht kan trots zijn op deze geleerde, aldus het Utrechtsch Nieuwsblad. Hij is in 1923 gepromoveerd op een dissertatie over het Phenomenologisch en Klinisch Psychiatrische onderzoek over het Geluksgevoel. Op 8 maart 1937 werd hij benoemd tot hoogleraar in de psychiatrie aan de Utrechtse Universiteit. Psychiatrie als geestes- en natuurwetenschap, zo luidde zijn oratie.
Het was onder Rümke dat de Utrechtse psychiatrische kliniek in de laatste 25 jaar een eigen stijl heeft ontwikkeld. De psychiatrie kwam tot grote bloei, al uitbottend in nieuwe ’twijgen’ als bijvoorbeeld de psychotherapie, de kinderpsychiatrie, de sociale psychiatrie en de forensische psychiatrie, die onder Rümke’s vroegere medewerker Baan tot ontplooiing kwam.
De verhouding tussen het personeel onderling en met de patiënten is in de laatste jaren sterk verbeterd. De contacten verlopen soepeler, spanning maakt plaats voor ontspanning en de verhoudingen worden steeds plezieriger. Het is zelfs mogelijk geworden om de een samenkomst te beleggen van het medische en verplegende personeel en de patiënten bij welke gelegenheid de medici, de verpleegsters en verplegers niet in ‘ambtsgewaad’ verschijnen, zo mogelijkheden scheppend voor een heel gewoon, ongedwongen samenzijn.
Rümke heeft ook een ‘novum’ ingevoerd namelijk die groepsbesprekingen waaraan wordt deelgenomen door artsen, patiënten en verplegend personeel. Ook deze werken het ontstaan van een gezonde atmosfeer in de hand. Rümke ontveinst zich niet, dat men er nog niet is. Er bestaat nog zo iets als het discipline-probleem, waarmee men nog worstelt. ‘Nochtans mogen wij nu zeggen, dat in onze stad aan de Nic. Beetstraat iets belangrijks tot stand wordt gebracht.’ De geschiedenis zal straks moeten uitwijzen of Rümke gerekend mag worden tot de grootste psychiaters uit de twintigste eeuw. ‘Het is voor ons bewoners van het aloude Utrecht, wel een groot voorrecht nu te mogen weten, dat onze Domstad binnen haar eeuwenoude stadswallen een door Rümke en voorgangers groot gemaakte medische instelling herbergt, die over de geestelijke gezondheid der mensen waakt.’
