Utrecht 60 jaar terug: Utrechtse politie krijgt hondenmeppers
Hondsdolheid is niet alleen in Amsterdam het gesprek van de dag. Ook in Utrecht heeft men zijn maatregelen getroffen, zo meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op maandag 22 oktober 1962.
De politie beschikt op het hoofdbureau en op de andere bureaus in de stad over gloednieuwe hondenmeppers, eigen fabricaat, waarmee zelfs de gevaarlijkste dieren gevangen kunnen worden.
Op de post Kromme Rijn van de gemeentelijke reinigingsdienst aan de Meridiaanstraat staan de nieuwe hokken gereed, voldoende in aantal om de dieren op te bergen, die voorgoed van de straat moeten. De bevolking van Utrecht kan gerust zijn wat de maatregelen van de plaatselijke overheid betreft. Alleen is het enige, wat men bij de diensten kan horen: laat ons hopen, dat het hier niet zover hoeft te komen.
De wachtcommandant op het hoofdbureau van politie had vanmorgen op zijn bureau al een exemplaar staan van de nieuwe hondenmeppers, een lange houten stok met een lus van ijzerdraad. Niet alleen het hoofdbureau heeft thans deze stokken, ook op de andere bureaus kunnen de agenten deze stokken in geval van nood gebruiken.
De agent van politie A.A. van der Leest heeft een en ander gedemonstreerd op de binnenplaats van het hoofdbureau. Hij ving er zowaar een fors exemplaar van een bulldog mee, zij het alleen maar voor deze demonstratie. De politie zelf heeft deze hondenmeppers in geen jaren gebruikt, vandaar dusdat ze nieuw gemaakt moesten worden.
Officieel is er niets aan de hand. In Utrecht heeft zich tot dusver geen enkelvan hondsdolheid voorgedaan. Maar direct na de alarmerende berichten uit de hoofdstad werd er een bespreking gehouden met de veterinaire inspecteur voor de politie te Utrecht, de inspecteur voor de volksgezondheid in de provincie Utrecht, die directeur van het openbaar slachthuis, de directeur van de G.G. en G.D. en de gemeentearts-hygiënist. Deze deskundigen gingen na, welke maatregelen er thans genomen konden worden.
Sectie-chef J.L. Bulk van de post Kromme Rijn van de reinigingsdienst heeft nimmer een reeks van ernstige gevallen op dit gebied meegemaakt. Slechts zes jaar geleden werd er een hond binnengebracht, die aan hondsdolheid had geleden, maar inmiddels door de politie was afgemaakt.
In de Merediaanstraat staat dus nu de heer Bulk met zijn helpers de heren H. de Bie en J.H. Lauffner gereed om de quarantainehokken te openen voor het geval de nood zaan de man komt. De leren handschoenen liggen klaar en de bakken voor etenswaar, die met aan touwtjes in het hok kan laten zinken, ontbreken evenmin. Maar, zoals gezegd: men hoopt, dat het in Utrecht niet zover zal komen.
Lees ook:
Utrecht 60 jaar terug: de monumentendienst
Utrecht 60 jaar terug: de opening van winkelcentrum Smaragdplein
