Archeologische vondsten Queeckhovenplein

Foto: gemeente Utrecht

In de wijk Zuilen hebben archeologen van de gemeente Utrecht bewijs gevonden voor dertien eeuwen geschiedenis. Hierbij zijn restanten van het cisterciënzer vrouwenklooster Mariëndaal (1244 – 1586) gevonden. Daarnaast zijn op de oever van Vecht gelegen nederzettingen uit de zevende en achtste eeuw én uit de tiende tot en met de twaalfde eeuw gevonden. Dit is het eerste archeologische bewijs dat er al in de vroege middeleeuwen mensen in dit gebied langs de Vecht hebben gewoond.

In 1956 zijn bij de bouw van de wijk rond het Queeckhovenplein fundamenten van het dertiende-eeuwse klooster Mariëndaal gevonden. Omdat vermoed werd dat in 1956 niet alle resten van het klooster zijn opgegraven, is de vernieuwing van het riool dat destijds is aangelegd nauwlettend gevolgd. En dat blijkt niet voor niets. Want ook nu zijn verschillende muurresten van het klooster tevoorschijn gekomen waaronder de bakstenen torenfundering van de kloosterkerk en verschillende beerputten. De vele vondsten waaronder aardewerk, glas, metaal, leer, botten en zaden geven een beeld van het dagelijks leven in het klooster. Ook zijn mooi versierde vloertegels gevonden afkomstig van de dertiende en veertiende-eeuwse tegelbakkerijen langs de Bemuurde Weerd.
Het meest verrassend is echter dat de archeologen ook sporen hebben gevonden die erop wijzen dat er precies op dezelfde plek ruim 500 jaar eerder, in de zevende en achtste eeuw, al mensen woonden. Het is de tijd dat aartsbisschop Willibrord twee nieuwe kerken liet bouwen binnen de muren van het Romeinse fort op het Domplein. Op de oever van de rivier vonden de archeologen veel sporen van boerderijen en grote opslagplaatsen die horen bij een grote nederzetting.
Dat het Queeckhovenplein en omgeving blijkbaar een populaire plek was om te wonen, blijkt uit het feit dat er ook nog bewoningssporen uit de (late) tiende tot en met de twaalfde eeuw zijn gevonden. In verschillende greppels en kuilen zijn kleine ijzeren krammen of sintels gevonden die van scheepshout afkomstig zijn. Ook is uit deze periode veel aardewerk aangetroffen, waaronder zogenoemde reliëfbandamforen: grote transportcontainers of voorraadpotten. Uit dezelfde tijd is ook het wereldberoemde Utrechtse schip afkomstig dat in 1930 iets verderop werd gevonden bij de Van Hoornekade. Dit schip ligt nu als één van de topstukken in het Centraal Museum.

reconstructie van vrouwenklooster Mariëndaal
Cookieinstellingen