Utrecht 50 jaar terug: de schillenboer

Foto: UN

In 1969 telt Utrecht 43 schillenwijken met evenveel schillenboeren. Maar de omzet loopt terug, zo meldt het Utrechts Nieuwsblad op 10 februari 1969. Mensen eten meer uit blik en panklare groenten.

Alle 43 Utrechtse schillenboeren hebben een vergunning van de gemeente. Achttien van hen zijn zogeheten ‘zelfverbruikers’. Dat zijn boeren die de schillen aan de eigen dieren voeren. De overige 25 schillenboeren brengen de schillen naar de grossier H.C. Westenen aan het Veemarktplein.
De heer Westenen beheert de grossierderij sinds 1 juli 1966. “Voor de zestigduizend kilo schillen die ik wekelijks aankoop, verkoop ik een deel aan boeren in de omgeving en een kleine hoeveelheid aan collega-grossiers.” Ook een paar hotels brengen hun afval bij de heer Westenen. “D’r zit vrij weinig metaal en plastic tussen de schillen. Wel erg veel papier. Maar voor het aan mij wordt verkocht (f 4,30 voor honderd kilo schillen, ’s zomers minder) halen ze die rommel er zelf zo goed mogelijk uit.”
Een van de achttien ‘zelfverbruikers’ is de heer J.W. Eshes. Hij is voorzitter van de Utrechtse afdeling van schillenophalers die landelijk georganiseerd zijn in ‘Door Eendracht Sterk’, waar ongeveer 4000 Nederlandse schillenboeren bij zijn aangesloten.
De heer Eshes verzorgt al dertig jaar de ophaaldienst in Transvaal en Lombok. Wekelijks gaat hij of zijn broer bij 2200 mensen schillen ophalen. In totaal halen ze in vier dagen tegen de 4.000 kilo schillen en 300 kilo brood op. “Als ik die schillenwijk niet meer had, kon ik m’n boerderij wel aan de kant doen. De veehouders kunnen er niet buiten, het houdt ze op de been.”
De heer Alblas haalt al twintig jaar schillen op in Tuindorp en ruim zes jaar in Overvecht. Hij heeft een oplossing bedacht voor het ophalen van schillen in de torenflats in Overvecht, vertelt hij. Hij zet in de hallen van de flats tonnen neer waar de flatbewoners hun schillen in kunnen gooien. “Het bevalt me erg goed, met behulp van die tonnen krijg ik per week zo’n twee duizend kilo schillen binnen.”
Hoofdmarktmeester van de schillenboeren in Utrecht is de heer Roosendaal die samen met zijn assistent de heer Verkerk en enkele reinigingsinspecteurs toezicht houdt op de Utrechtse schillenboeren. Hij geeft toe dat er weleens klachten binnen komen over de schillenboeren. Belangrijke klacht is dat de schillenboer de schillen vergeet op te halen bij een bewoner. Echter volgens de heer Roosendaal zijn die klachten soms helemaal niet gerechtvaardigd. “De mensen zijn zelf schuldig: ze zetten de schillenbak te laat buiten. En…vaak werken man en vrouw, logisch dat ze de schillenboer nooit zien.”
De heer Roosendaal merkt dat de laatste jaren de omzet voor de schillenboeren terugloopt. Door de langere vakanties en blik en panklare groenten. Bovendien wordt er ook steeds minder brood en aardappelen gegeten. “Ik verwacht dat steeds meer wijken gecombineerd zullen worden omdat het aanbod voor schillen minder wordt.”

Cookieinstellingen