Vordering instellen om verjaring van dwangsom te stuiten

03 jan , 18:52 Zakelijk
voorzittershamer

Een dwangsom kan worden opgelegd door de rechter om naleving van het doen of nalaten van een partij af te dwingen. Vaak verjaart een dwangsom zes maanden na de dag waarop deze is verbeurd. In zo’n geval hoeft de dwangsom niet meer betaald te worden. Om te voorkomen dat een dwangsom verbeurd wordt verklaard, kan de schuldenaar een stuitingsbrief sturen of schriftelijke aanmaning sturen. Nieuw is de mogelijkheid de schuldenaar te dagvaarden en te eisen om de dwangsom te betalen.

De Hoge Raad bepaalde onlangs in cassatie dat verjaring van dwangsommen, naast een stuitingsbrief of schriftelijke aanmaning, ook kan worden gestuit door het instellen van een vordering door de dwangsom schuldeiser om de dwangsom schuldenaar te veroordelen tot betaling van een bedrag aan verbeurde dwangsommen. Voor de uitvoer van de uitspraak, die bij toewijzing wordt verkregen, geldt de twintig jaar termijn, zoals beschreven in artikel 3:324 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. De dwangsom schuldeiser heeft met dit vonnis op zak dus niet direct de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van dwangsommen.

Rechterlijke uitspraak

Wanneer een dwangsom wordt opgelegd, betekent dat niet dat er meteen betaald moet worden. In de rechterlijke uitspraak wordt namelijk een termijn gesteld waarbinnen aan de verplichte prestatie moet zijn voldaan. Dit wordt ook wel de begunstigingstermijn genoemd. Het is van belang dat de prestatie tijdig wordt uitgevoerd, anders wordt de dwangsom verbeurd. Dat betekent dat de dwangsom daadwerkelijk betaald moet worden nadat de begunstigingstermijn is verstreken. Het verbeuren gebeurt van rechtswege, wat inhoudt dat er na de betekening van het vonnis geen nadere handeling hoeft plaatsvinden om het tot stand te laten komen. De hoogte van de opgelegde dwangsom is vaak afhankelijk van de geschonden prestatie. Het is van belang dat de dwangsom daarom hoog genoeg is, zodat de partij de prestatie daadwerkelijk uitvoert

Executiegeschil

Indien er een maximumbedrag van de dwangsom is vastgesteld, maar niet alle dwangsommen zijn betaald, moeten de verjaarde dwangsommen nog steeds worden meegeteld om te kijken of het maximumbedrag is bereikt. Zodra de dwangsom eenmaal is verjaard, kan de schuldeiser niet meer naar de rechter om de betaling van de dwangsom op te eisen. De dwangsom schuldenaar heeft ook het recht om een executiegeschil te starten, waarin de schorsing of staking van de tenuitvoerlegging wordt gevorderd van een vonnis waarbij dwangsommen zijn opgelegd. De rechter in een executiegeschil beslist vervolgens over het al dan niet verbeuren van dwangsommen en oordeelt over de vraag of de schuldeiser de veroordeling waaraan de dwangsom is verbonden mag executeren.

Meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met RechtNet Advocaten via [email protected] of bel naar 073-6154311