Het college heeft het pakket steunmaatregelen voor de huurders van de gemeente Utrecht vastgesteld. Het uitgangspunt van de maatregelen, is dat de pijn van de crisis gezamenlijk gedragen wordt. Huurders van de gemeente Utrecht die niet financieel ondersteund worden door middel van een subsidie van de gemeente en 30% of meer omzetverlies hebben geleden, kunnen aanspraak maken op huurkorting.
Door het coronavirus zijn organisaties en ondernemers veel omzet misgelopen. Om deze groep te helpen heeft de gemeente een pakket van steunmaatregelen samengesteld. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen huurders met een subsidierelatie en huurders zonder subsidierelatie met de gemeente Utrecht.
Eelco Eerenberg, wethouder Vastgoed: “Alleen als we er gezamenlijk onze schouders onder zetten, komen we sterk uit deze crisis. Met dit pakket aan maatregelen willen we externe huurders van de gemeente zonder subsidierelatie zoals bijvoorbeeld creatieve broedplaatsen, horecazaken of buurthuizen in zelfbeheer zoveel mogelijk ondersteunen. Zo voorkomen we ook leegstand en bieden we ruimte voor ondernemerschap in onze stad.”
Huurders van de Utrechtse Vastgoed Organisatie die niet financieel ondersteund worden door middel van een subsidie van de gemeente Utrecht én 30% of meer omzetverlies hebben geleden, kunnen aanspraak maken op huurkorting. Deze huurkorting wordt bepaald op basis van het percentage omzetverlies per maand en kan variëren van 30 tot 50% van de huursom per maand. Deze maatregel geldt voor een periode van 4 maanden (maart t/m juni). Huurders kunnen vanaf 31 juli een verzoek indienen voor huurkorting voor deze periode. De verstrekte huurkorting wordt op basis van de accountantsverklaring getoetst in 2021.
Naast omzetverlies kunnen ook de uitgestelde opbrengsten van invloed zijn op het toekennen van huurkorting. Uitgestelde opbrengsten zijn inkomsten die in de periode maart, april, mei en/of juni zijn weggevallen en die in de 3 maanden daarna alsnog ingehaald worden. Om huurkorting te ontvangen moet de omzet in de 3 maanden na het wegvallen van de inkomsten onder de 120% blijven, vergeleken met het inkomen in dezelfde maanden van het voorgaande jaar. In het geval van uitgestelde omzet die hoger is dan 120% vervalt de noodzaak om de huurkorting te verstrekken.
De gemeente gaat in gesprek met organisaties die een subsidie ontvangen en problemen hebben om de huur te betalen. Ook hier gaat het om maatwerk. In overleg wordt bepaald welke maatregelen noodzakelijk zijn. Het uitgangspunt hierbij is dat eventuele maatregelen via de subsidielijn lopen en niet via kortingen op de huur. Dit omdat huurders die subsidie ontvangen deze subsidie - ten dele – inzetten voor hun huisvesting.
Aan het begin van de crisis (medio maart) is besloten om de betalingstermijn van facturen te verlengen van 30 naar 180 dagen. Deze maatregel geldt voor alle huurders van de gemeente en is inmiddels verlengd tot 1 oktober 2020. Deze maatregel heeft ruimte en tijd gegeven aan huurders om te werken aan passende maatregelen.
Of de maatregelen toereikend zijn en wat er nodig is in de periode juli tot en met januari 2021en daarna, wordt nader onderzocht.