Utrechtse huurders keren zich tegen huurverhoging

Dit jaar kreeg de sociale huursector de grootste huurstijging in 30 jaar voor de kiezen. Voor negen huurdersorganisaties uit de provincie Utrecht is de maat vol, zij accepteren het niet langer. Samen vertegenwoordigen zij ruim 75.000 hurende huishoudens.

Bij het huidige beleid mogen verhuurders in de sociale huursector de huurprijzen verhogen met het percentage van de CAO-loonstijging. Dat komt volgend jaar waarschijnlijk uit op ruim 6%. Volgens de Utrechtse huurdersvertegenwoordigers kunnen veel mensen deze extra vaste lasten helemaal niet dragen. Laat staan gepensioneerden en uitkeringsgerechtigden, die niets van de CAO-loonstijging gemerkt hebben. Na alle opgestapelde huurverhogingen jaar op jaar, is nu een huurbevriezing op zijn plaats, aldus de negen organisaties.

Grote maatschappelijke opgaven zoals de nieuwbouw van betaalbare huurwoningen en verduurzaming van de woningvoorraad worden volledig bekostigd uit huuropbrengsten. Huurders vinden dat dit systeem niet langer vol te houden is. Zij wijzen op het verschil met woningeigenaren: hen wordt niet om een bijdrage gevraagd voor de bouw van andere koopwoningen. Terwijl woningcorporaties de hoge huurverhoging nodig zeggen te hebben voor onder andere de bouw van nieuwe woningen.

De negen huurdersorganisaties die met dit statement de handen ineenslaan zijn lid van Woonbond. Het gaat om Stichting Wooninspraak, BoKS, Huurdersvereniging Bo-Ex, Huurdersbelangenvereniging Heuvelrug Wonen, Huurdersberaad LEKSTEDEwonen, Huurdersbelangen Zeewolde, Huurders Belang Zederik, Bewonersvereniging De Martinusschool en Bewonerscommissie Vrouwjuttenhof.