UMC Utrecht gaat samenwerken met universiteiten van Utrecht, Eindhoven en Wageningen

Foto: UMC Utrecht

Het UMC Utrecht wil structureel gaan samenwerken met drie wetenschappelijke partners: de Universiteit Utrecht, de Technische Universiteit Eindhoven en Wageningen University & Research. Doel is om jong talent stimuleren om oplossingen te vinden voor maatschappelijke problemen op het gebied van gezondheid, voeding, energie en duurzaamheid.

De vier instellingen kwamen met deze aankondiging tijdens de opening van het academisch jaar op maandag 2 september. Arno Hoes, decaan en vicevoorzitter van de raad van bestuur, deed dit samen met Henk Kummeling, rector van de Universiteit Utrecht. We leven in een tijd met grote maatschappelijke uitdagingen, zei hij, en we zullen alle wetenschappelijke kennis, creativiteit en talent nodig hebben om deze het hoofd te bieden.
Vier thema’s
De samenwerking tussen de vier onderzoekspartners zal zich toespitsen op vier actuele maatschappelijke thema’s: gezondheid, (gezonde) voeding, energie en duurzaamheid. Dat laatste thema betreft in het bijzonder oplossingen die bijdragen aan een ‘circulaire samenleving’ waarin spullen en grondstoffen worden hergebruikt in plaats van weggegooid. Het UMC Utrecht zal vooral bijdragen aan wetenschappelijke vooruitgang op de eerste twee thema’s. Denk bijvoorbeeld aan het toenemend belang van preventie en de slimme inzet van technologie in de gezondheidszorg. De vier partners zijn complementair op de vier thema’s, zegt Hoes. “Er is genoeg gemeenschappelijke kennis om elkaar te begrijpen en genoeg verschil in benadering om elkaar aan te vullen. Het geheel is daardoor veel meer dan de som der delen.”
“Het is de bedoeling om in het voorjaar van 2020 echt van start te gaan”, zegt Margriet Schneider, bestuursvoorzitter van het UMC Utrecht, desgevraagd. “De officiële aftrap is op woensdag 11 maart 2020. In de komende maanden moeten we eerst de organisatievorm nog verder uitwerken en vervolgens de nodige stappen zetten voor de besluitvorming.” Wel is er nu al gestart met samenwerken op het gebied van Artificial Intelligence en Life Sciences. Arno: “Artificial Intelligence is een sleuteltechnologie die we alle vier meer en meer nodig zullen hebben voor ons onderzoek. We denken dat we op dit nieuwe onderwerp samen sterker staan.” En op het gebied van Molecular Life Sciences hebben alle vier de partners een jonge wetenschapper gevraagd om gezamenlijk een grensverleggende onderzoeksagenda te ontwikkelen.
De werkwijze zal anders zijn dan nu gebruikelijk is in de onderzoekswereld. Hoes: “We gaan teams de ruimte geven om op de genoemde thema’s samenwerking te ontwikkelen. Dit kunnen transdisciplinaire onderzoekverbanden zijn, maar ook groepen studenten die aan een afstudeerproject werken via probleemgestuurd onderwijs.” Schneider: “Medewerkers en studenten kunnen ideeën aandragen, de teams met de beste ideeën zullen de mogelijkheid krijgen om daadwerkelijk aan de slag te gaan. Hoe ze dat doen, ligt niet vast: dat laten we aan het team zelf over, want onze uitgangspunten zijn ruimte, creativiteit en impact.”
Hoewel de uitkomsten van zo’n aanpak onvoorspelbaar zijn, zijn Schneider en Hoes beide overtuigd van de noodzaak. Hoes: “Willen we de grote vraagstukken helpen oplossen, dan moeten jonge wetenschappers en studenten samen met maatschappelijke partners en patiënten de grenzen van hun kennis kunnen verleggen. Met deze aanpak krijgen ze daar de ruimte voor. We willen ze niet beperken met publicatiedoelstellingen, hun nieuwsgierigheid moet leidend zijn.” Schneider: “We werken natuurlijk al redelijk intensief samen met de drie universiteiten, maar door deze nieuwe structurele samenwerking verwachten we nieuwe kansen te kunnen verzilveren.” Ook de maatschappelijke ecosystemen van de partners kunnen daaraan bijdragen. Voor Eindhoven is dat Brainport, voor Wageningen Food Valley en voor Utrecht onder meer het Science Park. De bedrijven en overheden die tot deze ecosystemen behoren, worden door de samenwerking ook met elkaar verbonden.
 

Cookieinstellingen