Steeds vaker worden dierenartsen benaderd om hun expertise te leveren als dieren plotseling sterven, het welzijn van het dier in het geding is en in gevallen van (vermeende) dierenmishandeling. Daarom is er voor dierenartsen in spé het keuzevak Forensische Diergeneeskunde. Het oefenen met overleden dieren kan studenten later in de praktijk helpen met het herkennen van dierenmishandeling bij patiënten.
“Het herkennen van mishandeling is soms lastig, omdat blauwe plekken onder een vacht van een dier niet direct zichtbaar zijn. Het is voor studenten daarom belangrijk om te leren waar ze op moeten letten als er een vermoeden is van mishandeling”, legt Nienke Endenburg, GZ-psycholoog en coördinator van het Landelijk Expertisecentrum Dierenmishandeling (LED), uit.
De studenten krijgen deze week onderwijs van dr. Lorenzo Ressel (Institute of Veterinary Science, University of Liverpool). Hij werkt met dieren die een natuurlijke dood of door euthanasie vanwege ziekte of ouderdom zijn gestorven. Bij de dode dieren, die zijn gedoneerd voor onderwijsdoeleinden, worden verwondingen aangebracht zoals die eruit zien bij dierenmishandeling. “Studenten krijgen een unieke kans om te werken met dode honden en katten die verwondingen hebben die kunnen wijzen op dierenmishandeling,” aldus Endenburg.
Studenten zijn na het volgen van dit vak nog geen forensisch dierenarts. Maar ze leren tijdens het keuzevak hoe ze dierenmishandeling in de praktijk herkennen en hoe ze vervolgens moeten handelen. Ze leren hoe ze naar specialisten door moeten verwijzen. Dit keuzevak wordt samen met medewerkers van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) gegeven.
