De Stichtse Landbrief als het begin van de Staten van Utrecht

02 jul , 12:04 Geschiedenis
trouw en onwrikbaar 3d small image
W Books

Op 17 mei 1375 sloot de Utrechtse bisschop Arnold van Horne met de geestelijken, ridders en steden in een deel van zijn gebied, het Nedersticht, een overeenkomst over medezeggenschap. Deze Stichtse Landbrief vormt het begin van de Staten van Utrecht. De viering 650 jaar Stichtse Landbrief was de aanleiding voor een boek van Renger de Bruin over tweeduizend jaar provinciebestuur in Utrecht.

De Bruin had ruim twintig jaar geleden al eens een boek geschreven over het Utrechtse provinciebestuur. Toen twee jaar geleden de gesprekken begonnen over de herdenking van de Stichtse Landbrief vroeg commissaris van de Koning Hans Oosters of hij een update van dat boek wilde schrijven. Maar het is volgens De Bruin gewoon een heel nieuw boek geworden. 'Zowel bij de oude als de nieuwe versie is de titel ontleend aan een citaat uit de Stichtse Landbrief. En in het nieuwe boek begin ik bij de Romeinen terwijl het oude boek bij Willibrord begint. Want bij de Romeinen maakte de regio Utrecht voor het eerst deel uit van een provinciale structuur, Utrecht maakte namelijk deel uit van de provincie Germania Inferior.'

En in het nieuwe boek zijn de laatste 22 jaar er ook bij betrokken, vertelt De Bruin. 'Zo besteed ik aandacht aan onderwerpen die toen niet speelden en nu wel, zoals bijvoorbeeld de wolf. Ik behandel bijvoorbeeld een door de Staten van Utrecht opgezette wolvenjacht in 1592. Want er zou sprake zijn van een wolvenplaag. Daarom werden alle mannen uit de Vechtstreek opgeroepen om deel te nemen aan een drijfjacht op een wolvenroedel die zich schuil hield in de bossen bij Loenen. Hoeveel wolven er zijn gevangen is niet bekend maar de premie bedroeg 30 gulden per wolf en als je dan bedenkt dat een weekloon toen ongeveer 6 gulden bedroeg. En een nestje jonge wolvenwelpjes leverden 10 gulden per welp op.'

Van de Stichtse Landbrief zijn zeven exemplaren bewaard gebleven, vertelt De Bruin. 'Die bevinden zich allemaal in het Utrechts Archief. Het zijn er in ieder geval acht geweest. Het exemplaar van het kapittel van Sint Jan is zoek geraakt. Het is onduidelijk hoeveel exemplaren er oorspronkelijk zijn geweest. Bekende instanties zoals kapittels, de bisschop en de stad Utrecht hadden er een. Individuele ridders hebben de Stichtse Landbrief wel getekend of van een zegel voorzien maar het is de vraag of ze ook een exemplaar van de Stichtse Landbrief hebben ontvangen. De eerste vermelding van de ridderschap was pas in 1426. Zij hadden ook het minste belang bij de Stichtse Landbrief. De adel had in die tijd voor veel onrust gezorgd en de eenheid van de Nedersticht ondermijnd. De stad Utrecht en de kapittels wilden juist een geordend bestuur en de bisschop wilde geld ontvangen om de edellieden te onderwerpen. Klaarblijkelijk hadden de edellieden geen keus en moesten ze akkoord gaan.'

De drie standen die de Stichtse Landbrief ondertekenden kregen in ruil voor financiële middelen voor de bisschop ook rechten. De Bruin: 'Het belangrijkste recht dat ze kregen was dat ze regelmatig door de bisschop geconsulteerd werden. Voor de Stichtse Landbrief vond er ook al overleg plaats tussen de bisschop en de geestelijken en de adel. Daar schuiven nu ook de steden bij aan. Dat overleg vond enkele tientallen malen per jaar plaats. De vergaderingen werden meestal gehouden in de kapittelzaal van de Dom. De kapittels en de steden, met name Utrecht, trekken met de Stichtse Landbrief veel macht naar zich toe. Zo mag de bisschop geen belasting meer heffen of oorlog verklaren zonder hun toestemming. En de ambtenaren van de bisschop moeten geboren Stichtenaren zijn. Ook mag de bisschop geen stukken grond meer verpanden. Voor de Stichtse Landbrief brokkelde namelijk het grondgebied van de Nedersticht steeds verder af. Je zag dat voor de Stichtse Landbrief Holland en Gelderland wereldlijk gebied van de bisschop onderling aan het verdelen waren. Nu werd de territoriale integriteit van de Nedersticht vastgelegd. Toen 11 jaar later Montfoort dreigde af te vallen, werd het kasteel dan ook belegerd met modern wapentuig.'

Maar de bisschop krijgt er ook wat voor terug, namelijk geld. De Bruin: 'Bisschop Arnold van Horne had veel schulden geërfd en hij moest op twee fronten oorlog voeren. Gelderland en Holland probeerden steeds wereldlijk gebied van de bisschop in te pikken en hij was betrokken bij de Gelderse opvolgingsstrijd. Dat was namelijk een mooie kans om de positie van Gelderland te verzwakken.'

De Stichtse Landbrief heeft volgens De Bruin zo'n anderhalve eeuw als een soort grondwet voor de Nedersticht gefungeerd. 'De bisschop was, zowel voor de Nedersticht als de Oversticht een wereldlijk heer maar hij moest zich voortaan wel aan de Stichtse Landbrief houden.'

Toen Filips II in 1581 werd afgezworen als landsheer ontstond de Republiek der Verenigde Nederlanden. De Bruin: 'De zeven provinciën vormden in die tijd een soort zelfstandige landjes. De macht van de provinciën is nooit zo groot geweest  als onder de Republiek der Verenigde Nederlanden. En alle oude plakkaten en wetten, dus ook de Stichtse Landbrief, bleven nog gelden.'

Dat duurde tot aan de Bataafse Revolutie in 1795. De Bruin: 'Toen ging er een streep door alle oude afspraken. Het land werd een eenheidsstaat. Later kwamen de namen en de grenzen van de oude provincies terug, maar niet hun autonomie. Onder koning Willem I gaven door hem benoemde gouverneurs zijn wetten door. Provinciale Staten kwamen slechts een of twee keer bijeen.'

Met de grondwet van Thorbecke in 1848, en de Provinciewet van 1850, krijgen de provincies weer wat meer ruimte maar het principe van de eenheidsstaat blijft gehandhaafd. Sindsdien zijn er nog talloze plannen geweest voor een provinciale herindeling, vertelt De Bruin. 'Men geloofde dat schaalvergroting tot meer efficiëntie zou leiden maar onderzoek toont aan dat dat niet het geval is.'

De Stichtse Landbrief heeft als document tegenwoordig geen zeggingskracht meer, vertelt De Bruin. 'Maar de herdenking van de Stichtse Landbrief is nog wel waardevol omdat je tegenwoordig ziet dat in veel landen de representatieve democratie onder druk staat.  En dan is het goed om na te denken over hoe de democratie is gegroeid uit een laatmiddeleeuwse standenvertegenwoordiging en dat in die Stichtse Landbrief ook allerlei elementen die met de rechtstaat te maken hebben zijn vastgelegd. Dat bijvoorbeeld een vorst niet autocratisch naar willekeur dingen kan beslissen. In het Amerikaanse Capitool kun je dan ook een bronzen kopie zien van de Magna Carta en de Declaration of Independence is nadrukkelijk gebaseerd op oude documenten zoals de Magna Carta en het Plakkaat van Verlatinghe. En daarom is het waardevol om te herdenken en laat ik in dit boek zien hoe die democratie op regionaal niveau zich in de loop der eeuwen heeft ontwikkeld.'