Acht jaar cel en tbs geëist voor doodslag op vrouw in Utrecht

Foto: Pixabay

”Het was niet nodig om ruzie te maken, het was niet nodig om drugs te gebruiken, het was niet nodig om het mes te pakken”. Zo luidt een triest citaat uit een verhoor van de 25-jarige Utrechter die vandaag terecht stond voor doodslag op een 25-jarige vrouw in Utrecht. Het Openbaar Ministerie eiste voor deze zinloze daad een celstraf van acht jaar en de oplegging van de tbs-maatregel met dwangverpleging.

Op de avond van 10 november 2020 was de verdachte op bezoek in de woning van het latere slachtoffer aan de Jan Wolkerssingel in Utrecht. De twee kenden elkaar al jarenlang en hadden sinds enige tijd een relatie. Terwijl de verdachte onder invloed was van alcohol en meerdere soorten drugs ontstond er een ruzie tussen de verdachte en zijn vriendin. Twee andere in de woning aanwezige personen besloten daarop naar buiten te gaan. De verdachte heeft verklaard dat hij vervolgens een mes uit de keuken heeft gepakt, waarna dit mes opeens in het lichaam van het slachtoffer zou hebben gezeten. Uit onderzoek blijkt dat de vrouw eenmaal in de borst is gestoken en dat ze daarbij dodelijk in haar hart is geraakt.
Het Openbaar Ministerie houdt de verdachte verantwoordelijk voor het toebrengen van de fatale messteek. Er waren op het bewuste moment geen andere personen in de woning aanwezig en hij beschikte over het mes. Daarbij komt dat een van de personen die de woning verlaten had, kort daarop nog even terug kwam om een vergeten tas te pakken. Hij hoorde het slachtoffer toen tegen de verdachte zeggen: “Heb je mij nou gestoken?”. Daarbij hield zij haar hand bij haar linkerschouder. Het is onwaarschijnlijk dat het slachtoffer zelf in het mes gelopen of gevallen is. De vorm van de steekwond past volgens een deskundige bij een opzettelijke bovenhandse steek en niet bij een val in het mes. Ook de verklaring van de verdachte dat de vrouw tijdens de ruzie naar achter sprong maakt het onaannemelijk dat het mes op een andere wijze dan door een opzettelijke steek in het lichaam terecht is gekomen.
Omdat de verdachte zelf niet zegt te kunnen verklaren hoe het daadwerkelijke steken precies gebeurde, is ook gekeken naar een noodweerscenario. Bij een dergelijk scenario zou de verdachte zich hebben moeten verdedigen tegen agressie van het slachtoffer. Er is echter uit het onderzoek niets gebleken wat zo’n scenario ondersteunt. Het slachtoffer was ongewapend en er zijn geen sporen van een worsteling gevonden op het lichaam van het slachtoffer. Ook heeft de verdachte tijdens de diverse verhoren door de politie nooit verklaard over fysieke agressie door het slachtoffer. Bovendien is de verdachte naar de keuken gegaan om een mes te pakken en heeft hij er kennelijk niet voor gekozen om de woning te verlaten. Dit alles maakt dat er in de visie van het Openbaar Ministerie geen geslaagd beroep op noodweer gedaan kan worden.
De officier van justitie ziet in het dossier wettig en overtuigend bewijs dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan doodslag. Uit het onderzoek komen geen aanwijzingen naar voren die duiden op een vooropgezet plan om de vrouw die avond om het leven te brengen. De verdachte is daarom niet vervolgd voor moord.
De Utrechter wordt het zeer kwalijk genomen dat hij met zijn daad een jonge en geliefde vrouw uit het leven gerukt heeft. Voor haar familie en vrienden is het verdriet enorm. Dat de verdachte geen gehele openheid van zaken lijkt te geven over wat er precies gebeurd is, is daarbij leedverzwarend. Dit rekent het Openbaar Ministerie hem ook aan. Dat de man volgens deskundigen als licht verminderd toerekeningsvatbaar moet worden gezien, is in matigende zin meegewogen bij het bepalen van de strafeis.
Uit het psychologisch onderzoek komt naar voren dat de verdachte kampt met verslavingsproblematiek en diverse psychische stoornissen. De man kan slecht omgaan met ingewikkelde situaties. Het gebruik van drank en drugs vergroot de kans op conflicten en agressie. Hierdoor kon de relationele ruzie op de bewuste avond zo verschrikkelijk uit de hand lopen. De officier van justitie benadrukte dat er geen verband is tussen de dood van de vrouw en het feit dat zij transgender was en eerder als man door het leven ging.
Omdat de kans op herhaling groot wordt geacht, heeft het Openbaar Ministerie behalve een gevangenisstraf ook tbs met dwangverpleging geëist. De samenleving moet beschermd worden tegen de verdachte zolang deze de geconstateerde problematiek niet voldoende onder controle heeft. Deze tbs-maatregel kent geen einddatum en kan verlengd worden zolang dat nodig geacht wordt.
De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht de verdachte te verplichten om de moeder van het slachtoffer een schadevergoeding van ruim 20.000 euro te betalen. 

Lees ook:

Dodelijk incident Jan Wolkerssingel 
 

Cookieinstellingen