'Kunst werd in deze tijd gezien als middel om deze betere wereld te scheppen'

11 mrt , 16:10 Kunst & Cultuur
rozanne de bruijne
Museum Catharijneconvent

Op 21 februari opende in Museum Catharijneconvent de tentoonstelling Tussen hemel en oorlog. Een tentoonstelling over de hoogtepunten van de moderne kunst tijdens het Interbellum. 'Het Interbellum was een zoekende, onrustige tijd met enorm veel tegenstellingen. De wereld stond op zijn kop.'

Conservator katholieke collecties 17de - 21ste eeuw Rozanne de Bruijne vertelt dat het idee voor de tentoonstelling al is ontstaan voordat zij vorig jaar in Museum Catharijneconvent kwam werken. 'Een aantal collega's is met het idee gekomen om wat meer te gaan doen met de collectie moderne kunst van het museum. Museum Catharijneconvent wordt vooral geassocieerd met de middeleeuwse kunst maar we hebben ook moderne kunst van 1900 tot 1960 en hedendaagse kunst vanaf 1960 in onze collectie. Vijf jaar geleden heeft het museum besloten om daar wat meer mee te gaan doen. Want in 1934 is hier het museum voor nieuwe religieuze kunst opgericht en die eigentijdse kunstenaars hadden hier in het gebouw op de eerste verdieping een plek gekregen.'

Gaat het in deze tentoonstelling alleen om de christelijke kunst tijdens het Interbellum?

'Voor deze tentoonstelling over de moderne religieuze kunst hebben we gekozen voor het tijdvak van het Interbellum, het tijdvak tussen de eerste en tweede wereldoorlog, omdat het een heel interessante periode is. We kijken daarbij ook naar de alternatieve spirituele stromingen zoals de theosofie, de antroposofie en de oosterse godsdiensten. Die belangstelling voor deze religieuze stromingen kwam voort uit een zoektocht naar vernieuwing. Alles stond op z'n kop na de Eerste Wereldoorlog. Mensen zochten naar zekerheid, houvast en hoe ze het allemaal anders zouden gaan doen. Veel oude waarden van voor de oorlog hadden afgedaan, er was een enorme behoefte aan nieuwe inzichten, mensen zochten naar een betere wereld. En dat laten we ook zien in de tentoonstelling. Ook kunst werd in deze tijd gezien als middel om deze betere wereld te scheppen, om tot hogere geestelijke waarden te komen.'

Het Interbellum wordt omschreven als een tijd waarin alles op losse schroeven stond?

'Je kunt het Interbellum definiëren als een zoekende, onrustige tijd met enorm veel tegenstellingen. De wereld stond op zijn kop. Er was een enorme, technische oorlog gevoerd waarbij ontzettend veel doden en gewonden waren gevallen. Daarvóór was de maatschappij al aan het kantelen, door de industrialisatie, Nietzsche, Freud en andere nieuwe inzichten. De Eerste Wereldoorlog had daarbij als een soort katalysator gewerkt die alles in een stroomversnelling had gebracht. De gevestigde religie had voor veel mensen afgedaan, daar moest iets nieuws voor in de plaats komen. Anderzijds werd er teruggegrepen op traditionele schilderstijlen en oude waarden. Zo'n tegenstelling zie je op meer vlakken in deze tijd. Het optimisme van de roaring twenties en het pessimisme van de jaren dertig. Dat kantelpunt, met het uitbreken van de economische crisis in 1929, zie je ook terug in de tentoonstelling. Het was een heel roerige periode.'

Speelde religiositeit en spiritualiteit een hoofdrol in deze tijd?

'Religiositeit en spiritualiteit speelden een grotere rol dan vaak wordt aangenomen. We leven nu in een geseculariseerde samenleving maar tijdens het Interbellum was er sprake van een sterk verzuilde samenleving. De katholieken waren weer kerken aan het bouwen en lieten zich zien in processies in de straten. Daarnaast werden allerlei alternatieve bewegingen populair zoals de Theosofie van Blavatsky en de Antroposofie van Rudolf Steiner.'

En hoe zie je dat terug in de kunst in de tentoonstelling?

'Vooral in het derde thema, het zoeken naar geestelijke waarden en een nieuwe wereld, wordt er naar nieuwe ideeën gezocht. Bijvoorbeeld iemand als Jacoba van Heemskerck waarvan op de tentoonstelling een heel mooie boom van glasmozaïek is te zien en die is gebaseerd op het antroposofisch gedachtengoed van Steiner. En iemand als de schilder Kadinsky die het boekje schreef Over het spirituele in de kunst waarin hij de kunstenaar omschrijft als een ziener, een gids die de weg wijst naar een nieuw tijdperk.'

De tentoonstelling is opgedeeld in vier thema's?

'We hebben de vier thema's losjes chronologisch gekozen. Na de Eerste Wereldoorlog is het thema het zoeken naar houvast. Daar hoort onder meer de Piëta van Käthe Kollwitz bij, een beeld van Kollwitz zelf met haar zoon Peter die in 1914 omkwam tijdens de oorlog. Het tweede thema is zoeken naar verbinding en vernieuwing. Het zoeken naar gemeenschap, daar was veel behoefte aan in die tijd. Zoals bijvoorbeeld De Gemeenschap, het katholiek cultureel tijdschrift dat in januari 1925 voor het eerst verschijnt. Nederland is verzuild in die jaren en vooral de katholieken worden veel zichtbaarder. De katholieken van De Gemeenschap zijn op zoek naar een modern katholicisme. Lang niet alles wat in de tentoonstelling te zien is, mocht in de kerk worden opgehangen. Zoals bijvoorbeeld de Calvarie van Albert Servaes. De Christus was te rauw en lijdend afgebeeld. In Utrecht werd in 1934 het Museum van Nieuwe Religieuze Kunst (MNRK) opgericht, als afdeling van het Aartsbisschoppelijk Museum. Hier moest de kunst die door de kerk werd afgewezen een plek krijgen. Initiatiefnemer was de bekende Utrechtse edelsmid Jan Eloy Brom.'

Het derde thema is op zoek naar hogere geestelijke waarden en een nieuwe wereld. 'Bij dit thema komt onder meer Het Bauhaus aan de orde. Hier konden kunstenaars een nieuwe wereld scheppen vanuit spirituele drijfveren. Het Bauhaus was opgericht vanuit socialistische idealen. Iedereen was gelijk en het streven was dat de producten voor iedereen beschikbaar zouden komen. Het Bauhaus werd direct na de Eerste Wereldoorlog opgericht en een van de docenten was Lyonel Feininger. Van hem is op de tentoonstelling een schilderij te zien van de kathedraal van het socialisme waarbij de toren naar de hemel rijkt, een symbool van de nieuwe wereld waar alles beter zal worden.'

Het vierde en laatste thema is het thema van de economische crisis en onzekerheid. 'Het is een periode van vervolging van allerlei groepen, van joden en van entartete kunstenaars. Het is de tijd van het surrealisme en het magisch realisme. Op de tentoonstelling is het schilderij Simeon, de pilaarheilige van Carel Willink uit 1939 te zien. Hij heeft het geschilderd nadat hij een foto in de krant had gezien van een brandende stad. Hij is daarna naakt op de tafel gaan zitten met een laken om zich heen en toen hij zich zo in de spiegel zag moest hij denken aan Simeon de pilaarheilige. Het schilderij verbeeldt het idee van een beschaving die ten onder gaat.'

'Het was een heftige tijd. Kunstenaars konden vaak niet meer maken wat ze wilden. Zoals Ernst Barlach, wiens anti-oorlog werk door de nazi's niet gewaardeerd werd. Meer dan 400 werken van hem zijn weggehaald. Daarna zat hij helemaal aan de grond en is hij snel overleden. Na de oorlog zijn sommige werken van hem opnieuw gegoten. Op de tentoonstelling is een christusfiguur te zien in mediterende houding met de handen omhoog, als een soort boeddha. Het was voor een kerk gemaakt maar werd nergens geplaatst omdat het gezien werd als entartet. Wij hebben het in bruikleen van het Van Abbemuseum.'

Als absolute 'must-sees' worden de abstracte werken van de Nederlands-Zwitserse Olga Fröbe-Kapteyn omschreven.

'Ik had haar werk nog nooit in Nederland gezien. Het is een vrouw met Nederlandse wortels die in Zwitserland, in Ascona, een bergdorp aan het Lago Maggiore, een spiritueel centrum heeft opgericht. Ze was op zoek naar een dialoog tussen oosterse en westerse religies. Ze nodigde allerlei wetenschappers uit om met elkaar in gesprek te gaan, ze deed aan meditatie en maakte abstracte kunst. Ascona was een soort vrijplaats waar de eerste hippies samenkwamen, allemaal vegetarisch, communisten, theosofen, dienstweigeraars. Op de tentoonstelling zijn drie meditatieplaten van haar te zien die ze in de tweede helft van de jaren twintig heeft gemaakt. Ze zijn ontstaan terwijl ze mediteerde en ze gebruikte ze ook tijdens lezingen.'

'Een van mijn favoriete schilderijen van de tentoonstelling is ook gemaakt in Ascona door Marianne von Werefkin. Je ziet een expressionistisch berglandschap met hele mooie kleuren die het gevoel van het leven tussen de katholieke bevolking laat zien door middel van Byzantijnse zusters die in processie over de kruisweg naar de bedevaartskerk Madonna del Sasso boven het Lago Maggiore trekken.'