Katholieke kerkgewaden in Museum Catharijneconvent

Foto: Mario Gibbels

Tot 21 januari 2024 is in Museum Catharijneconvent de tentoonstelling Fashion for God te zien. Hier zijn de allermooiste zeventiende- en achttiende-eeuwse stukken uit de eigen textielcollectie van Museum Catharijneconvent en uit Nederlandse kerken te zien.

Aanleiding voor de tentoonstelling Fashion for God is, zo vertelt conservator Pim Arts, de aanwezigheid van al die prachtige stukken uit de eigen textielcollectie van Museum Catharijneconvent. ‘Die collectie is zo groot, zo mooi en relatief onbekend, daar wilden we verandering in aanbrengen.’
Het initiatief voor de tentoonstelling kwam van Richard de Beer, conservator oud-katholiek erfgoed, vertelt Arts. ‘Richard heeft jarenlang onderzoek gedaan naar kerkgewaden uit de vroege 16e en 17e eeuw. Hij heeft met name onderzoek gedaan naar de productie van paramenten, liturgische voorwerpen van textiel, door de kloppengemeenschap van de Maagden van den Hoeck in Haarlem. Een paar jaar geleden is bovendien René Lugtigheid gepromoveerd op paramenten uit de 18e eeuw en dat is ook zeer waardvol geweest voor deze tentoonstelling.’
Bij de afbakening van de tentoonstelling heeft Museum Catharijneconvent gekozen voor de periode van de schuilkerken, vertelt Arts. ‘Vanaf 1795, de Bataafse revolutie, is de katholieke kerk niet langer verboden. Bij de grondwetsherziening in 1848 werd de katholieke kerk gelijkgesteld met de protestantse kerken. En in 1853 werd de bisschoppelijke hiërarchie weer hersteld.’
Binnen de oud-katholieke kerk werden overigens al sinds 1723 bisschoppen benoemd. Arts: ‘Katholieken hadden zonder toestemming van Rome een bisschop benoemd en werden vervolgens in de ban gedaan. Vanaf dat moment bestond de oud-katholieke kerk. Een groot deel van de kerkgewaden in de tentoonstelling zijn afkomstig uit de oud-katholieke kerk die ze al die eeuwen heeft bewaard en soms nog steeds gebruikt.’

Kloppen
Wat opvallend is in de tentoonstelling is volgens Arts de belangrijke rol van de vrouwen. ‘Het onderzoek van Richard laat bijvoorbeeld de doorslaggevende rol zien van de kloppen, de ongehuwde katholieke vrouwen. Het kloppenleven ontstond na 1581 toen er in Nederland een algeheel verbod op kloosterorden werd ingevoerd. Het waren de kloppen die een doorslaggevende rol hadden in de vormgeving van de kerkgewaden. Dat heeft het onderzoek van Richard aangetoond. Ze bepaalden bijvoorbeeld welke heiligen werden afgebeeld op de paramenten. En dat waren veelal vrouwelijke heiligen. Er werden ook opvallende scenes uit het leven van Maria op de paramenten afgebeeld. Zoals de vergadering van de apostelen in de tempel, voorgezeten door Maria.’
Er is ook veel bekend over het leven van deze kloppen, vertelt Arts. ‘Er zijn honderden levensbeschrijvingen opgetekend door hun geestelijke leidsvrouw, Tryn Jans Oly. Zij schreef na het overlijden van elke maagd een soort necrologie. Deze werden later in drie banden gebundeld, die zich nu in de collectie van Museum Catharijneconvent bevinden. In deze levensbeschrijvingen lees je terug dat de kloppen zich heel veel bezig hielden met borduren. En het werk van bepaalde kloppen kan direct verbonden worden met specifieke gewaden.’
In de achttiende eeuw schenken katholieke dames steeds vaker hun zijden japonnen aan de kloppen en die worden vervolgens gebruikt voor liturgische gewaden. Arts: ‘We weten van een vrouw uit Utrecht dat ze via haar testament negen japonnen heeft gedoneerd aan de kloppen en sommige japonnen, een witte japon met bloemetjes en een gestreepte japon, zie je daadwerkelijk terug in de religieuze gewaden. En deze gewaden zijn ook op de tentoonstelling te zien.’

Cookieinstellingen