De gemeente Utrecht gaat uitgebreid onderzoek doen naar ervaren discriminatie en racisme onder Utrechters op de arbeidsmarkt. Een
motie die daartoe vandaag werd ingediend door GroenLinks, PvdA, Bij1 en de Partij voor de Dieren werd overgenomen door de wethouder.
GroenLinks raadslid Melody Deldjou Fard: “Steeds meer werkgevers hebben oog voor diversiteit en proberen bijvoorbeeld meer werknemers met een migratieachtergrond aan te nemen. In de praktijk zien we echter dat juist deze mensen vaak sneller weer
uitstromen . We hebben nog onvoldoende kennis in huis over hoe dat komt. En zonder kennis kunnen we geen gericht beleid voeren om dit te voorkomen. Het is een belangrijke stap dat we die kennis nu wel gaan verzamelen.”
Discriminatie op de werkvloer is een hardnekkig en veelvoorkomend
probleem in ons land. Zo'n 60% procent van de mensen uit bijvoorbeeld Turkije, Marokko en het Midden-Oosten krijgt hiermee te maken. De discriminatie vindt plaats tijdens de werving en selectie, maar ook daarna: vaak hebben deze mensen minder kansen om door te stromen naar een hogere functie en een hogere kans om hun baan weer te verliezen. Deldjou Fard: “Heb je een niet Nederlands klinkende achternaam, dan zijn je kansen op de arbeidsmarkt al stukken minder groot. Maar ook als je eenmaal ergens binnen bent, is de werkvloer helaas nog lang niet vrij van discriminatie. Dat is een pijnlijke realiteit die veel mensen met een migratieachtergrond raakt. Ik wil dat we meer zicht krijgen op de Utrechtse situatie en verder kijken dan cijfers en percentages. Geef deze mensen een gezicht: wat maken ze mee? Op wat voor manier komt discriminatie tot uiting op de werkvloer? Met de resultaten van dat onderzoek kunnen zowel leidinggevenden als de gemeente Utrecht aan de slag om dit hardnekkige monster aan te pakken.”
Stigmatiserende opmerkingen en ‘onhandige’ grapjes
Voor sommige mensen – vooral zij die zelf nog weinig met discriminatie te maken hebben gehad – is discriminatie het opzettelijk ongelijk behandelen van mensen, vanwege bijvoorbeeld geslacht of etnische achtergrond. Vanuit die overtuiging zijn mensen vaak minder sensitief voor ‘de kleinerende, achterstellende, stereotypebevestigende of stigmatiserende boodschap die in bepaald gedrag of bepaalde grapjes verpakt zit’, zo schrijven wetenschappers die voor het Sociaal en Cultureel Planbureau
onderzoek deden naar discriminatie. Ook Deldjou Fard heeft ervaren dat discriminatie vaak heel impliciet is, maar daarmee niet minder pijnlijk en niet minder beperkend voor je kansen in de maatschappij: “In mijn leven in Nederland heeft zelden iemand expliciet tegen mij gezegd: rot op naar je eigen land. Maar maak ik discriminatie mee? Ja, net zoals vele andere Utrechters. We moeten dus dieper durven graven om deze impliciete discriminatie ook boven tafel te krijgen.” Daartoe gaat de gemeente onder andere diepte-interviews uit laten voeren met mensen die op de werkvloer te maken krijgen met racisme en discriminatie. De resultaten en aanbevelingen van het onderzoek zullen niet alleen gedeeld worden met de gemeenteraad, maar ook met werkgevers, zodat ook zij hiermee aan de slag kunnen.