Utrecht 60 jaar terug: vormingscentrum voor werkende meisjes

12 mei , 13:41 Geschiedenis
vormingswerk meisjes
UN 12-05-1965

Voor de stichting Klimop (protestants) en de stichting De Zonnebloem (algemeen), die gezamenlijk een vormingscentrum voor werkende meisjes hebben in Utrecht, is het vandaag een blijde dag. Wethouder H. van der Vlist heeft namelijk vanmiddag officieel het nieuwe pand Emmalaan 31 geopend. Utrecht heeft nu na Den Haag het grootste centrum in ons land. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op woensdag 12 mei 1965.

Met het jongerenwerk werd in Utrecht in 1956 begonnen en met het meisjeswerk in 1949. Voor alle jongelui komt het moment dat men de school verlaat en een begin gaat maken met een werkkring in bedrijf of kantoor. Tijdens deze overgang van scholierenbestaan naar het zelfstandig leven, ongeacht vooropleiding en leeftijd, is een zekere begeleiding waardevol gebleken.

In een groep van 15 cursisten worden jongens en meisjes gesteund en gevormd in de groei naar werkelijke volwassenheid. Terwijl het onderwijs in het algemeen de nadruk legt op kennisoverdracht en vakkundigheid, is het vormingswerk meer gericht op het kennis maken met eigen en andermans omgeving en de eigen verantwoordelijkheid daarvoor.

Van het allergrootste belang bij dit werk is de medewerking van de bedrijven, die de jongens en meisjes in diensttijd de mogelijkheid geeft aan dit vormingswerk deel te nemen.

De rijksoverheid trof twee maatregelen inzake een basisvoorziening voor de vorming van de bedrijfsjeugd. De veertienjarige meisjes mogen slechts werken wanneer aan een aantal voorwaarden wordt voldaan met betrekking tot de aard van het werk. Voor de jongens ligt dit eenvoudiger: jongens van 14 jaar mogelijk slechts werken wanneer ze een jaar lang ten minste een dag per week aan onderwijs of vorming deelnemen. De verantwoordelijkheid voor de naleving berust bij de werkgever.

Bij het jongenswerk hoort tot het programma: groepsgesprek, handenarbeid, sport, creatief spel en kampwerk. Voor de meisjes is dit onder andere: maatschappelijke vorming, expressie, handenarbeid, huishoudelijke vorming, sport en spel, muziek, kleding, verzorging van het uiterlijk.