Utrecht 60 jaar terug: veertig jaar stadsbus in Utrecht.

08 jul , 14:56 Geschiedenis
bus in 1931 op weg naar rijnauwen
UN 8-7-1965

In Utrecht verscheen de eerste stadsbus 15 augustus 1925. Voor die tijd kende men alleen de tram. In de jaren 1936 tot 1938 schakelde het gemeentelijk vervoerbedrijf geheel op de bus over, die nu zijn veertigjarig 'dienstjubileum' viert. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op donderdag 8 juli 1965.

Men had in 1925 aan motor- en bijwagens voor de tram 78 voertuigen en 5 autobussen. Het passagiersvervoer van het busbedrijf van het Gevu (Gemeentelijk energie- en vervoersbedrijf Utrecht) liep voor de tweede wereldoorlog op tot 10 à 12 miljoen per jaar. Nu zijn dat er 26 miljoen.

Bij zo'n sterk gestegen vervoersaanbod nam 't aantal voertuigen en het aantal personeelsleden niet in verhouding toe. Thans rijdt het Gevu met 93 bussen tegen in totaal 83 wagens in 1925. Het personeel telde toentertijd 320 man. Nu zijn het er ongeveer 350.

Wat wel belangrijk toenam, zijn de salarissen: sinds het begin van het busvervoer vervijfvoudigd. En de tarieven gingen in die veertig jaar eveneens omhoog: van zo'n 9 cent opbrengst per passagier tot ongeveer 22 cent.

De arbeidstijden werden korter maar het werk werd intensiever. De bussen zijn groter, dus meer passagiers per rit. En vergeet niet de inspanning van de chauffeurs in het verkeer van nu…

Invoering van de bus had plaats omdat men meende ( en nog meent) dat voor de Utrechtse omstandigheden deze het meest economisch vervoermiddel is, ook al zijn er nog velen die hun (romantische) hart aan de tram verpand hebben. Maar, zo vraagt men zich bij het Gevu af, hoe zou men bijvoorbeeld op het ogenblik straten als Lange Jansstraat en Voorstraat een groot aantal trams kunnen laten verwerken?

Ir. P. Brouwers, directeur van het vervoersbedrijf van het Gevu, wijst erop dat in een groot deel van de wereld de gedachte steeds meer veld wint dat bij een toenemend gebruik van eigen auto's al het mogelijke gedaan moet worden om het openbaar vervoer zo aantrekkelijk mogelijk te maken en zo goed mogelijk te laten functioneren. Het is in de steden zeker onmogelijk ruimte te scheppen om iedereen het onbelemmerd rijden en parkeren van particuliere auto's mogelijk te maken. Juist de openbare vervoermiddelen hebben het grote voordeel dat per passagier maar weinig straatoppervlakte nodig is. Niet genoeg kan het worden herhaald, aldus de heer Brouwer: het gaat niet om het verplaatsen van voertuigen, maar om dat van mensen…