De nieuwste aanwinst van het nationaal museum Van Speeldoos tot Pierement is gearriveerd. Het prachtige Belgische Hooghuys-concertorgel staat speelklaar in het museum. En vanavond kan dit knappe staaltje van Belgische orgelbouwkunst, met zijn enorme en monumentaal gebeeldhouwde front, reeds beluisterd worden. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op donderdag 29 oktober 1964.
Het museum beschikt nu over vier exclusieve concertorgels, nl. de 'Aalster' Gavioli uit 1900, uniek door de originele staat waar 't orgel in verkeert, de 'Schuyt', belangwekkend door de synthese tussen de fraaiste van van de oorspronkelijke Mortier-registers en de typische Carl Frei registers welke bij de verbouwing aan de gehandhaafde Mortier-registers werden toegevoegd, ten derde de 'Dubbele Ruth' (thans ondergebracht in een dependance te Schoonhoven, omdat in het museum een schrijnend plaatsgebrek is ontstaan door tal van nieuwe aankopen). De Ruth is het grootste en fraaiste orgel van de beroemdste en vakkundige Duitse orgelfabriek Adolf Ruth en zonen en dan tenslotte de nieuwste aanwinst.
De opkomst van het Hooghuys-orgel bedrijf viel ongeveer samen met die van de beroemde Parijse orgelfabriek Gavioli. Hooghuys verstond meer dan enige andere Belgische orgelbouwer de kunst zijn diverse registers orgelpijpen zodanig te intoneren dat uit iedere pijp een maximum aan klankvolume en klankschoonheid werd getoverd. Hooghuys heeft bovendien het juiste evenwicht in de klankverhoudingen toegepast tussen de hoogklinkende registers op zang en de lager klinkende op tegenzang.
Het orgel beschikt over een groot aantal registers en het mechaniek omvat 90 toetsen. Een bijzonder pittig spelend orgel. We hebben het nieuwe instrument kunnen beluisteren en zijn tot de conclusie gekomen dat dit enorme Hooghuys-orgel een kostelijk en kostbaar bezit van het museum moet worden genoemd.