Utrecht 60 jaar terug: Mevrouw G.J. van Iperen wordt 103 jaar

10 jul , 16:02 Geschiedenis
img 9453
Zondag 12 juli is het groot feest in het rusthuis Jeanette aan de Stadhouderslaan. De oudste inwoonster, mevrouw G.J. van Iperen-de Jong, niet alleen van het huis, maar ook van Utrecht en nog een klein beetje, niet meer helemaal officieel, van de gemeente Arkel, haar geboorteplaats, viert dan haar 103e verjaardag. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op vrijdag 10 juli 1964.
Het zal druk worden, want niet alleen haar twee dochters en haar twintig klein- en achterkleinkinderen komen haar feliciteren, maar ook zeer vele bekenden zullen hun Omaatje, zoals ze algemeen wordt genoemd, de hand komen drukken met een verjaardagskus op haar nog frisgekleurd gezicht. Wethouder A.P.G. van Koningsbruggen zal de felicitaties namens Utrecht overbrengen, omdat de burgemeester die vorig jaar samen met zijn vrouw op bezoek kwam, met vakantie is. Ook de burgemeester van Arkel en de twee wethouders komen naar Utrecht om Omaatje geluk te wensen.
Mevrouw Van Iperen woont op het ogenblik, al 3 jaar lang, in Utrecht, maar in haar hart is ze nog steeds Arkelse, de plaats waar ze werd geboren en waar ze precies 'n eeuw lang woonde. Ze groeide daar op een boerderij op, die inmiddels, nadat er in de laatste wereldoorlog een bom op is gevallen, is afgebroken. Ze heeft haar hele leven hard moeten werken. Tot haar dertigste, op de boerderij, naar haar huwelijk tot haar 64ste in het stationskoffiehuis in Arkel, dat zij met haar man beheerde.
Kort na haar honderdste verjaardag moest zij haar eigen huishoudinkje aan kant doen. Haar gehoor en gezichtsvermogen waren niet zo best meer. toen kwam zij in Utrecht, waar zij in huize Jeanette ondanks haar leeftijd, de op een na oudste bewoonster, mevrouw Hoofmolen is bijna 92 jaar, nog een van de meest vitale dames was.
Eenmaal in haar leven is mevrouw Van Iperen ziek geweest. Drie dagen maar en toen stond ze weer naast haar bed. Nu is ze, ondanks haar wat verzwakt gehoor en gezichtsvermogen, nog steeds zonder gebreken. Ze zit de hele dag op een stoel voor het raam, ontvangt levendig haar bezoek en maakt bij mooi weer met de hoofdzuster van 't huis zr. F.W.B. Janse een wandelingetje buiten.
Een sterk gestel, zegt mevrouw van Iperen is de basis van haar ouderdom. Ze is wel tevreden met haar leeftijd, maar niet meer zo tevreden met wat ze nog kan doen. Toen ik honderd jaar was kon ik mezelf nog redden, nu moet ik teveel stil zitten. De oudste dochter van mevrouw Van Iperen, die nu 70 is (haar andere dochter is 68) overweegt binnenkort met haar man in 'n rusthuis te gaan. Poeh, vindt Omaatje, toen ik 86 was kon ik mijn kamer nog witten!