Ruim duizend schoolkinderen logeren deze zomer vijf dagen in Jeugdland, het pas geopende Utrechtse buitencentrum in Oldebroek. Voor de tijd van zeven weken heeft de Stichting Vakantie-ontspanning Utrecht beslag gelegd op het fleurige huis van witte baksteen met zijn grote ramen en gezellige zalen. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op woensdag 11 augustus 1965.
Daar kunnen kinderen van tien en elf jaar ravotten en spelen zoveel ze willen, binnen en buiten, weer of geen weer. Aan de kinderen is het niet te merken, of het mooi weer is of niet, vertelt de beheerder van Jeugdland en ex-jeugdherbergvader A.C. van der Kwast. Je kan zo gek niet prakkiseren, of er zit wel een groep buiten. Wat kan het ze schelen of het een beetje regent. Daar staat tegenover dat er veel groepen zijn, die de neiging hebben binnen te blijven zitten.
Typisch stads vindt de heer Van der Kwast dat. De kinderen vinden het heerlijke om te zitten lezen in een van de 250 boekende voor deze tijd van de openbare jeugdbibliotheek zijn geleend, of om een van de gezelschapsspelletjes te doen. Maar daar komt snel een eind aan, want de kinderen worden gewoon naar buiten gestuurd, met boek en al desnoods.
De buitenlucht is een weldaad voor de stadskinderen. Zij eten als wolven als ze een paar dagen in Jeugdland zijn. Iedere dag moet mevrouw Van der Kwast een paar broden meer snijden. Hoe langer zij blijven, hoe meer zij eten, vertelt zij. Soms maken zij er een wedstrijd van. Vijftien boterhammen in één keer.
Voor het beheerdersechtpaar, dat met hun twee zoons een riante flat bewoont, die aan het huis is vastgebouwd, was het wel even wennen in het begin. Niet zozeer vanwege de drukte. Als je veertien jaar ouderpaar van een jeugdherberg geweest bent, eerst in de Kaag en dan in Schoorl, is dat geen nieuwigheid.
Nee, het gaat erom, dat schoolkinderen van tien en elf toch weer heel anders reageren, dan de jongelui in een jeugdherberg. En al stuurt vakantie-ontspanning met iedere groep een hoofdleider en acht leiders mee, toch hebben de heer en mevrouw Van der Kwast wel iets te maken met wat zij noemen het uitproberen.
Het is ons wonder boven wonder meegevallen, zeggen zij. Omdat er veel meer kinderen zijn, dan oorspronkelijk de bedoeling was, zijn de programma's in elkaar geschoven. Elke groep blijft maar vier nachten slapen maar is wel vijf dagen uit. Een knelpunt is dus het wisselen, omdat er dan twee groepen tegelijk zijn. Een excursie biedt bij mooi weer een goede oplossing.
Geslapen wordt er in slaapzalen van veertig bedden van telkens twee bovenelkaar. Door kleine scheidingsmuurtjes en dwarsgeplaatste kasten zijn telkens knusse hoekjes gevormd. Overal zijn grote ramen. En omdat het gebouw midden in het bos staat is er een prachtig uitzicht, dat de kinderen wel moet lokken tot vroeg opstaan, om fijn de hele dag buiten te zijn.