Meer dan ooit heeft de Utrechtse jeugd zich in de eerste dagen van het nieuwe jaar beziggehouden met het opsporen, verslepen, opstapelen en in brand steken van kerstbomen. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwblad op maandag 4 januari 1965.
Door de hele stad werden brandjes gesticht. De Utrechtse politie moest vijftigmaal uitrukken om de orde te herstellen. De brandweer kwam er zestig keer aan te pas. Er waren nevelstralen nodig om de straatbranden te blussen.
Op de binnenplaats van het hoofdbureau van politie aan het Paardenveld liggen bijna tweeduizend bomen te wachten op de officiële brand van dinsdagavond. Twee auto's van de gemeentereiniging hebben de hele zaterdag rondgereden om ze in te laden, overal waar de politie de aanwezigheid van de bomen minder gewenst achtte.
De jongelui vonden dat ook wel aardig. Slepen van kerstbomen blijft slepen van kerstbomen, of het nu naar het pleintje om de hoek is, of naar het grote politiebureau. Het aardige was daar bovendien, dat in de schutting om de binnenplaats aan de kant van de Dirck van Zuylenstraat een flink gat zat. De bomen die de jongens aan de voorkant binnenbrachten, haalden ze aan de achterkant weer weg. Totdat de politie ingreep. Het gat werd gedicht.