Utrecht 60 jaar terug: het voorjaar en de plantsoenendienst

13 mrt , 13:22 Geschiedenis
plantsoenendienst
UN 13-03-1965

Het wordt lente. Aan bomen en struiken tintelende op springen staande knopjes: nog een paar dagen, als het 's avonds niet meer zo hard vriest, dan gaat het groenen zeggen de mensen van de gemeentelijke plantsoenendienst. Als de mensen de eerste zonnestralen zien, willen ze ook direct alles in het groen gestoken zien, voegt de chef van deze dienst, de heer J.P. van Alff, er aan toe, zo meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op zaterdag 13 maart 1965.

De prille lente wordt behoedzaam gewiegd min de schoot van de plantsoenendienst. Uiterst voorzichtig verspeent men de eerste kiemen van de vrolijke, veelkleurige bloemenschat, die straks Utrecht in feesttooi zal zetten. De plantsoenendienst druist van activiteit: messen worden gescherpt, banken geschaafd, bomen gesnoeid, planten en bloemen verkast.

Ieder jaar weer strooit de gemeentelijke plantsoenendienst met cijfers: 250.000 heesters worden per jaar geplant, 2.000 bomen, 150.000 bollen. Met 25 motormaaimachines, 4 verstelhegknipmachines en 6 sproeimachines voor chemische onkruidverdelging onderhouden de 125 man van de plantsoenendienst de Utrechtse plantsoenen, tuinen, gemeenschappelijke weiden, boomgaarden en bossen.

In en rond Utrecht worden bomen en struiken ontdaan van hun dode takken.Bij de grote bomen voornamelijk om het plotseling naar beneden vallen van die takken te voorkomen. Bij de struiken om wat meer licht en lucht te maken.

Intussen zijn in enkele stadswijken de gazons opnieuw met aarde bestreken en zijn de afrasteringen gerepareerd. Aan het einde van de Rooseveltlaan, bij de Galecopperbrug, wordt nog een grote strook langs het Amsterdam-Rijnkanaal met gras ingezaaid. Daardoor is het Utrechtse 'strand' met ruim een halve kilometer verlengd.

De jeugd is de grote zorg van de plantsoenendienst. Zoals de heer Van Alff deze week al eerder verklaarde, wordt er in Utrecht voor bijna f 100.000 per jaar aan groen beschadigd. Twintig procent van het personeel is alleen al belast met het herstellen van beschadigingen aan planten, bloemen, struiken en bomen.

Overigens zijn vijftien ploegen van zes tot acht man permanent in de verschillende wijken gestationeerd voor het onderhoud. Zij allen - de kwekers en de snoeiers, alle plantsoenwerkers samen - zijn de brengers van een fleurig voorjaar.