Utrecht 60 jaar terug: het gebrek aan geld bij muziekkorps De Bazuin

02 sep , 13:04 Geschiedenis
muziekkorps De Bazuin
UN 2-9-1965

Het bestuur van het Utrechtse muziekkorps De Bazuin, aangesloten bij de Nederlandse federatie van christelijke muziekverenigingen, kan het zich eenvoudig niet voorstellen dat er geklaagd wordt over gebrek aan belangstelling voor de harmonie- en fanfarekorpsen onder de jeugd. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op donderdag 2 september 1965.

Voorzitter G.A. Flantua, secretaris S. Eikelenboom en penningmeester J.P. van der Padt, lopen nu al heel wat jaren mee in deze vereniging, die op 10 mei 1920 werd opgericht maar het 45-jarig bestaan rustig heeft laten passeren omdat de geldmiddelen die niet toestonden. Want het gebrek aan geld is een wekelijkse zorg voor dit actieve bestuur, dat er op moet wijzen dat de gemeente Utrecht vrijwel de enige in den lande is, die geen subsidie uittrekt voor deze fascinerende en verantwoorde vorm van vrije tijdsbesteding.

Wat is nu eigenlijk de reden van het succes van De Bazuin? In totaal telt men 100 actieve muziekbeoefenaren. Als het korps op straat komt, verschijnen er niet minder dan 70 man, waarbij de drumband 28 leden telt terwijl er 40 muzikanten zijn, die zich laten horen. Beschermheer is het lid van de Raad van State, de heer M. Ruppert, oud-voorzitter van het Christelijk nationaal vakverbond, die in daad en woord meeleeft met het wel en wee van De Bazuin.

Het korps is algemeen christelijk georiënteerd en men laat zich bij een beroep op medewerking door algemene motieven leiden, waarbij dus gewaakt wordt tegen een angstvallige schotjesgeest.

Maar deze beoefening van het musiceren als vrije tijdsontspanning moet ook financieel mogelijk blijven. Niet alleen aan de opleiding en de repetities wordt veel tijd gespendeerd door de bestuursleden en de vakleraren maar ook aan allerlei acties om aan geld te komen. Verkoop van plastic glazen, chocolade kerstkransen, ophalen van oud-papier, en ga zo maar door…

Voor een eenvoudig basisinstrument moet soms al f 2.000 worden neergeteld, wil men het instrumentarium enigszins op pijl houden. Het bestuur van De Bazuin is echter vol vertrouwen in eigen kunnen, ook vol enthousiasme over de Utrechtse jeugd maar het ziet met bevreemding dat de eigen vrije tijd wordt opgeslokt door bijkomstige werkzaamheden, die niet nodig waren als men van de zijde van de overheid eens wat meer begrip toonde voor het goede stuk culturele werk, dat hier wordt verricht!