De Rijksuniversiteit is een van de grootste werkgevers in Utrecht. Er zijn 2500 werknemers, voor elke 2 1/2 student in Utrecht is er één werknemer. In 1961 zijn er zo'n 6300 studenten ingeschreven. Dat vertelde mr. H.L.B.J.M. van Lanschot, een van de curatoren van de universiteit tijdens een bijeenkomst over De Uithof, zo meldde het
Utrechtsch Nieuwsblad op donderdag 16 november 1961.
Eind 1961 lopen de studenten nog college in vele gebouwen in de Utrechtse binnenstad. Het is echter de bedoeling dat een deel van hen al binnen vijf jaar naar De Uithof gaan, het nieuwe universitaire centrum waarover de gemeentebesturen van Utrecht, De Bilt en Zeist op woensdagmiddag 15 november op een bijeenkomst in de senaatszaal van het universiteitsgebouw werden voorgelicht.
Hiervoor zal, nog ongerekend de diergeneeskunde, 75 hectare nodig zijn. Omdat zo'n terrein niet binnen de bebouwde kom was te vinden, besloot men na 'ernstige overweging' tot vertrek.
Of men de alphafaculteiten en de universiteitsbibliotheek ook zal overbrengen naar de Uithof zal te zijner tijd worden beslist. Het duurt nog 15 tot 20 jaar alvorens men aan deze beslissing toe is. In ieder geval is er in het bouwplan wel plaats gereserveerd voor deze faculteiten en de bibliotheek.
Terrein voor studentenhuisvesting is niet in het plan opgenomen. 's Avonds zal De Uithof een verlaten oord zijn. De studenten zelf hebben niet aangedrongen op de bouw van flats.
Ir. J.A.G. van der Steur gaf vervolgens als architect een technische uiteenzetting voor de algemene planologische opzet, waarin hij meedeelde dat men de ruimtelijke behoefte in de eerste plaats bekeek. Deze was 300 hectare, waarvan een zeer groot deel voor de diergeneeskunde. Er is zelfs een terrein gereserveerd voor instituten, waarvan - zoals de heer Van der Steuer zei, "we nu het bestaan nog niet kennen."
Eerst heeft men nog aan gebouwen van grote hoogten gedacht, van boven de 50 meter. Maar men besloot tot hoogten van 30 tot 40 meter voor de hoofdgebouwen, met een 'duik' naar lagere bouw van 15, 12 en 6 meter hoog. Dit om een sterk onderscheid te krijgen door een geordende tegenstelling in hoog en laag, en hoog en minder hoog.
De Uithof gaat aan bouwkosten 400 miljoen vergen. Jaarlijks kan daarvan 25 miljoen worden besteed, volgens het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen.
Burgemeester De Rantitz sprak tot slot nog enkele kritische woorden. Zo wees hij er op dat het laatste woord over het eventueel verhuizen van de universiteitsbibliotheek nog niet gesproken is. Evenzeer maakte de burgemeester een kanttekening bij het (omstreeks het jaar 2000 verwachte) vertrek van het academisch ziekenhuis uit de binnenstad.