Utrecht 60 jaar terug: gladheid krachtdadig bestreden

De gemeentelijke reinigingsdienst is dit weekeinde met alle macht in de weer geweest de door de ijzel veroorzaakte gladheid te bestrijden. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op maandag 22 november 1965.

Van zaterdagmorgen 5 uur tot 's middags half twee waren 18 auto's met bemanning bezig om stadsbusroutes en rijwielpaden met zout te bestrooien. Hierbij werd niet minder dan 214 ton zout verbruikt. Zaterdagmiddag van 15 tot 18 uur werden de buitenroutes onder handen genomen. Met behulp van 15 auto's plus bemanning werd 40 ton zout gestrooid.

Zondagmorgen ging men opnieuw aan de slag. Door veertien auto's met bemanning werd van kwart over vijf tot kwart over negen op de hoofdwegen, busroutes en rijwielpaden 96 ton zout verbruikt. Bovendien waren er toen vijf brugwachters in de weer teneinde de bruggen begaanbaar te maken. Vanmorgen om half acht rukten drie auto's uit, teneinde de buitenwijken weer begaanbaar te maken. Er werd daarbij 5 ton zout gestrooid. Dank zij deze gladheidsbestrijding konden in dit weekeinde de stadsautobussen zonder noemenswaardige vertraging rijden, waarbij uiteraard het vervoer beduidend lager lag dan gewoonlijk.

Hoewel op de burgerij de verplichting rust, bij gladheid de trottoirs met een stroefmakend middel te bestrooien, is ons gebleken, dat zeer velen zich aan deze verplichting hebben onttrokken, zodat vele voetgangers zich gedwongen zagen van de - inmiddels ontdooide - rijweg gebruik te maken. Vele voetgangers, die zich zaterdagmorgen of omstreeks het middaguur op straat waagden, hebben dit door de gladde wegen en trottoirs moeten bekopen met een arm- of beenbreuk en in enkele gevallen zelfs met een hersenschudding.