
Haast te mooi om waar te zijn. Mevrouw C.J. Elling zegt het uit de grond van haar hart als ze op de derde woonlaag van het tien-hoge flatblok aan de Dommeringdreef in haar woonkamer staat. Het is de reactie van elk van de nog heel schaarse huisvrouwen die op dit moment bezig zijn hun nieuwe woning in te richten in Overvechts jongste aanwinst: de flats die zoveel mogelijk als doorstroomwoning gaan bijdragen aan de vermindering van Utrechts woningnood. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op donderdag 30 december 1965.
Echte doorstromers in de zin van de grote dagbladadvertentie waarmee Utrecht onlangs een unicum werd in de Nederlandse huisvestingsproblematiek, zijn ze overigens niet, de vier of vijf gezinnen die boven de modelwoning nu over een eigen huis beschikken. Ze hadden hun woningtoewijzing al binnen toen de grote toeloop begon.
Mevrouw Elling komt met man en zoon uit de Gildstraat, waar de heer C.M. Elling een sigarenzaak heeft. Om gezondheidsredenen moet hij er mee stoppen, vertelt zijn vrouw terwijl ze in het nieuwe huis aan het redderen is. 'Twee jaar ben ik verschrikkelijk vervelend geweest bij het huisvestingsbureau. Dit is geweldig. Ik ben er ontzettend blij mee.'
Tegen het forse bedrag dat ze nu per maand moet gaan betalen ziet ze niet op. 'Tenslotte zit er ook de verwarming in en in de Gildstraat stook ik me ongelukkig. Alles oud en een uitgebouwde keuken.'
Eén klein bezwaar kan ze maar noemen: de ruimte. Ze heeft een 2 1/2 kamer woning. Het kamertje dat in verbinding met de keuken staat is wel erg klein voor een studerende 19-jarige zoon. Daarom heeft het echtpaar Elling de grote slaapkamer maar aan de zoon gegeven en maken ze van de woonkamer een zit-slaapkamer. Maar, zegt mevrouw Elling er dan weer direct overheen, is het hier niet héérlijk warm? En dat overstraalt dan weer alles.