Utrecht 60 jaar terug: een verregend waterkamp

30 jul , 13:50 Geschiedenis
waterkamp
UN 30-07-1965

Water van onderen, water van boven, water rondom: dat is het nationale waterkamp in Nieuwkoop, waar ruim veertienhonderd waterpadvindsters, watergidsen en zeeverkenners proberen hun hoofd boven water te houden. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op vrijdag 30 juli 1965.

'De boel is nou een beetje drassig', zei donderdag stuurman G. Brinkers van de J.P. Coengroep uit Utrecht. 'Maar kom eens als 't één dag goed weer geweest is: dan ziet 't er allemaal heel anders uit.' Hij zei het nadat de eerste twee dagen van het kamp vrijwel totaal verregend waren en van het weer werd hij niet koud en niet warm. Wel nat natuurlijk. Dat 'beetje drassig' was overigens niet slecht, want een groot deel van de legakkers waarop de tentenkampen zijn opgetrokken bestond uit plassen. Maar dat viel de kampdeelnemers nauwelijks meer op, want ze hadden of laarzen of natte voeten.

Laarzen, natte voeten, drassig, verregend: het is maar een droevig rijtje woorden voor een vakantiekamp. Ook als 't om een waterkamp gaat. Maar ze betekenen bepaald niet dat zo'n kamp dan ook 'n droevige boel wordt. Zolang er nog maar af en toe droge sokken uit een plunjezak tevoorschijn komen en een droge spijkerbroek gaat 't nog wel.

De meisjes van de Howkolagroep uit Utrecht , 24 kinderen, 5 leidsters, gingen er donderdagmiddag bij een van de niet meer te tellen regenbuien maar weer eens in hun tent voor zitten. Ze zongen 'Onweer, wind en regen deren ons niet. Lach er maar om en stap er flink doorheen.'

'We zitten maar veel te zingen en spelletjes te doen,' zei hoofdleidster Thea Versluis dapper. 'Spelen op het water kunnen we met die harde wind toch niet, ook niet als het even droog is.' Een paar oudere meisjes van de Howkolagroep waren er ondanks het slechte weer wèl op uit gegaan. Even zeilen en uitwaaien.

Bij de jongens gaat 't allemaal wat gemakkelijker, wat ruiger. Het Tentenkampje van de Jan Ellermangroep uit Utrecht was zo goed als verlaten. Op stap; de plassen op, zeiden de buren.

De J.P. Coengroep (25 man) maakte van een droog buitje gebruik om klam geworden slaapzakken over de stagen van de vlaggenmast te drogen te hangen. 'De zon zit er voor,' zei schipper S. Bosma hoopvol, maar tien minuten later moesten slaapzakken luchtbedden weer hals over kop naar binnen gesmeten worden. Een nieuwe poeier van een bui.