De Utrechtse wethouder van onderwijs de heer Van der Vlist is verontrust over het alcoholgebruik onder middelbare scholieren. Dit naar aanleiding van een onderzoek bij 3546 middelbare scholieren in Utrecht. Dat schrijft Maarten Kuitenbrouwer in het Utrechtsch Nieuwsblad op woensdag 17 september 1965.
Dat onderzoek toonde aan dat 67,1 procent van de Utrechtse jongens en 59,1 procent van de meisjes op de brandende vraag 'Drink je wel eens alcoholische dranken, ja of nee?' ja aanstreepten, en dat vaak thuis - notabene door de ouders zelf - alcoholische dranken geschonken worden, bijvoorbeeld op feestjes en bij de viering van christelijke feestdagen.
Dat is volgens de heer Van der Vlist het begin van de Grote Ellende, want als men er thuis eenmaal aan gewend wordt, komt men er (nog steeds volgens de heer Van der Vlist) ook gemakkelijk toe eens een 'biertje te pikken' en dat zijn dan vaak nog de jongens en meisjes die op een brommer rijden ook.
Maar vele ouders willen nu eenmaal liever dat hun zoon of dochter thuis in de huiselijke omgeving en onder een toeziend oog kennis met sterke dranken maakt. Vroeg of laat maken middelbare er toch kennis mee, zeker als ze gaan studeren. Iemand die thuis geleerd heeft met mate alcohol te genieten, zal zich later niet uit stoerigheid gaan bezatten, menen vele ouders.
Een van de meest omstreden punten in het rapport vormt wel de zogenaamde cola-tic. Voor de wat minder losgeslagen lezertjes: dat is een glas cola met een scheutje sterke drank. En dat, meent de heer Van der Vlist, is drinken in het verborgene.
In ieder geval, als er ook nog middelbare scholieren zijn met verantwoordelijkheidsgevoel en nog niet verzonken in cola-tic orgieën: roep dan een donderend 'neen' tegen je ouders als ze je nog eens met Kerstmis wijn willen laten drinken.