19 mannen en 2 minderjarige jongens zijn door de rechtbank Midden-Nederland veroordeeld voor hun aandeel tijdens de rellen na afloop van de voetbalwedstrijd FC Utrecht – Go Ahead Eagles in mei vorig jaar. De hoogste celstraf die de rechtbank oplegt is 10 maanden waarvan 5 voorwaardelijk. Meerdere verdachten zijn veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf, in combinatie met een forse taakstraf. Daarnaast legt de rechtbank alle veroordeelden een gebiedsverbod van 3 jaar op voor stadion Galgenwaard en het gebied eromheen. 7 mannen zijn vrijgesproken.
Op 26 mei 2024 speelde FC Utrecht in de Galgenwaard tegen Go Ahead Eagles de finale van de play-offs voor Europees voetbal. Tegen het einde van de wedstrijd ontstond onrust tussen de uitsupporters en de supporters van FC Utrecht. Zo gooiden Eagles-supporters vuurwerk richting een thuisvak van FC Utrecht en liepen supporters van FC Utrecht het veld op. Ook na afloop buiten het stadion bleef het onrustig. Zo’n 100 tot 150 supporters van FC Utrecht keerden zich met geweld tegen stewards van FC Utrecht, politie en ME. Er werd onder meer met stenen, drainageroosters, fietsen en zwaar vuurwerk gegooid. De gebeurtenissen zijn vastgelegd door camera’s rondom het stadion. Daarnaast hebben ook politieagenten en omstanders beelden gemaakt.
Relschoppers
Uit de beelden en eigen (bekennende) verklaringen concludeert de rechtbank dat 21 verdachten betrokken waren bij de rellen en geweld pleegden richting de politie. In het vonnis beschrijft de rechtbank dat de relschoppers alles gebruikten wat los en vast zat om naar de politie te gooien, waaronder stenen, fietsen, zwaar vuurwerk en stalen putdeksels. Paaltjes werden uit de grond getrokken en stenen werden stuk gegooid om vervolgens naar de politie te gooien. Ook werd een slagboom gesloopt. De rechtbank oordeelt dat alle veroordeelden, hoe groot of klein hun aandeel tijdens de rellen ook was, verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor al het geweld dat door de hele groep relschoppers is gepleegd. De veroordeelden hebben met hun gedrag een bijdrage geleverd aan de ontremmende en gewelddadige sfeer.
Vrijspraken
7 verdachten in deze zaak worden vrijgesproken. De rechtbank oordeelt dat niet met volle overtuiging kan worden gezegd dat deze mannen op de beelden te zien zijn. Sommige beelden zijn onduidelijk. Daarnaast zijn deze verdachten door de politie herkend, maar de rechtbank oordeelt dat deze herkenningen niet als bewijs gebruikt kunnen worden. De processen-verbaal zijn onzorgvuldig en tegenstrijdig opgesteld. Zo is het voor de rechtbank niet duidelijk op welke beelden de verdachten door de politie precies zijn herkend. En aangezien deze verdachten niet hebben bekend, kan de rechtbank niet vaststellen dat ze ook daadwerkelijk de personen op de beelden zijn die meedoen aan de rellen.
Schadevergoedingen
In deze zaak hebben 23 agenten om een schadevergoeding gevraagd. In verband met veiligheidsoverwegingen deden ze dit in eerste instantie zonder hun naam op te geven. In december oordeelde de rechtbank in een tussenbeslissing dat naam en geboortedatum vereist zijn om een schadevergoeding te kunnen vragen. Dit volgt uit de wet. De agenten kregen vervolgens de gelegenheid om alsnog hun naam en geboortedatum op te geven. Dit hebben 14 agenten gedaan. De rechtbank wijst bij ieder van hen een deel van de gevraagde schadevergoeding toe. De vergoedingen voor de schade aan politievoertuigen, slagboom en het stadion worden grotendeels toegewezen. Ook de anoniem gebleven agenten krijgen via een andere juridische weg een (klein) deel van hun schade vergoed.