Utrecht 60 jaar terug: de nieuwe verpleegstersschool van het Diakonessenhuis

29 sep , 13:20 Geschiedenis
zusterschool Diak
UN 29-09-1965

Vanmiddag is de nieuwe verpleegstersschool annex zusterhuis van het Diakonessenhuis aan de Burgemeester Fockema Andrealaan 6 officieel in gebruik genomen. De openingsplechtigheid, bijgewoond door zeer veel genodigden, werd verricht door de directeur-generaal van de volksgezondheid dr. R.J.H. Kruisinga. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op woensdag 29 september 1965.

In een rede bracht hij een eresaluut aan de vele Nederlandse jonge vrouwen en meisjes die het prachtige verpleegwerk verrichtten en dit doen met een grote toewijding. Voor die Nederlandse vrouwen mogen wij wel eens diep onze pet afnemen, zei dr. Kruisinga.

De directeur-generaal van de volksgezondheid bracht ook het verpleegsterstekort ter sprake. Het is opvallend dat de discussie hierover bij voorkeur schijnt te moeten plaats hebben in de emotionele sfeer, waarbij de objectieve gegevens wel eens uit het oog worden verloren, aldus dr. Kruisinga. Hij vestigde er de aandacht op dat het aantal verpleegsters in ons land nu groter is dan ooit tevoren. in de periode van 1 januari 1956 tot 1 januari 1960 nam het aantal verplegenden in de algemene ziekenhuizen toe met 18 procent van 25.540 tot 29.454 en in de daaropvolgende vier jaar met bijna 20 procent tot 34.657. Het aantal verpleegsters, dat met succes de opleiding voor het diploma-A voltooide was het eerste halfjaar 1965 ruim 22 procent groter dan in de eerste helft van het vorige jaar.

Kruisinga vond het ook verheugend dat een instelling als het Diakonessenhuis in Utrecht bij het tot stand brengen van dit zusterhuis duidelijk nieuwe wegen inslaat en zozeer de nadruk legt op de onderwijskant van de vorming van de verpleegster. De begane grond en de eerste twee bouwlagen zijn geheel gereserveerd voor lessen en andere onderwijsaccommodatie en voor het internaat voor de leerlingen gedurende de preklinische periode.

Van belang moet in dit verband worden geacht het bijeenbrengen van de groepen van de nieuwe leerlingen buiten ziekenhuisverband om de aanpassing aan de nieuwe leefsituatie meer geleidelijk te laten verlopen. Niet alleen zal het samenzijn in de school gedurende de preklinische periode de groepsvorming bevorderen, maar ook wordt voorkomen dat de leerlingen abrupt worden geconfronteerd met de problemen rond het ziekbed.

Door deze theoretische voorbereiding buiten het ziekenhuis als zodanig kan de didactische kant van de opleiding goed tot haar recht komen, kan meer aandacht worden besteed aan de vorming van de leerling en zal het geleerde gemakkelijker in de praktijk kunnen worden geïntegreerd.