Utrecht 60 jaar terug: afname aantal verkeersongelukken

In Utrecht doet zich het merkwaardige verschijnsel voor dat tegen alle verwachtingen en berekeningen in het aantal verkeersongelukken nu al voor de tweede achtereenvolgende maand terugloopt in verhouding tot vorig jaar. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op zaterdag 17 april 1965.

Dit verschijnsel is des te merkwaardiger wanneer men bedenkt dat sinds 1954 in Utrecht en in heel Nederland het aantal verkeersongelukken jaarlijks met 10-15 procent stijgt. Een conclusie die de politie uit deze tendens trekt, is de toename van de veiligheid in Utrecht.

In maart vonden er 807 verkeersongelukken plaats, vorig jaar maart 839. In februari dit jaar waren het er 698 tegen 703 en in januari 761 tegen 696 (een stijging dus). Bij deze ongelukken kwamen vorige maand drie personen om het leven. Tijdens dezelfde periode verleden jaar waren er zeven verkeersslachtoffers te betreuren. Totaal werden in maart van dit jaar 189 (188) mensen gewond, onder wie 12 (9) kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 5 jaar en 19 (19) in de leeftijd van 6 tot en met 15 jaar.

De meeste ongelukken gebeurden op maandagen: 164, de minste op zondagen: 82. De voornaamste oorzaken van de ongelukken: 212 door geen voorrang verlenen, 160 zogenaamde kop-staart-botsingen, 136 door passeren, inhalen of snijden.