In de avonduren van maandag de 5e juli zal het eerste aardgas de stad Utrecht binnenstromen. De primeur hebben de bewoners van het noordelijk deel van Overvecht-zuid, zo ongeveer tot aan de Moezeldreef-Moldaudreef en Zamenhofdreef. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op donderdag 10 juni 1965.
Iedere bewoner krijgt afzonderlijk bericht wat hij moet doen en wat nalaten. Omstreeks half zeven die avond komen de mensen van het gasbedrijf bij de aangeschrevenen de hoofdkraan sluiten. Is dat overal gebeurd dan zal het stadsgas dat nog in de buizen zit in de openlucht worden verbrand. Eerst daarna wordt het aardgas toegelaten. Men mag echter niet zelf de gaskraan weer openen omdat de kook- of verwarmingstoestellen dan (in de regel) nog niet zijn omgebouwd. En het gebruik van aardgas op niet omgebouwde toestellen is gevaarlijk!
De inruil loopt in de verschillende sectoren bevredigend. Tot eind mei waren er reeds 8000 toestellen afgeleverd. Als het zo door gaat haalt men de 40.000 wel wat een kwart is van het geraamde totaal aan toestellen in de stad. In de zomer van 1967 zal de gehele gemeente op het aardgas zijn overgeschakeld.