Bestuur
en medewerkers van het
Museum van Zuilen zijn zeer verontwaardigd over
het volgens hen ongefundeerde, negatieve advies dat de externe
commissie van de gemeente
Utrecht heeft uitgebracht over de toekenning van een tweejarige subsidie.
De adviescommissie heeft volgens het museum niet eens de moeite
genomen om het museum te bezoeken, heeft niemand gesproken en trekt
conclusies die ronduit beledigend
zijn. Het Museum van Zuilen gaat ervan uit dat het College van B en W
dit ongefundeerde advies niet overneemt.
Kiest
het college er voor dit wel te doen, dan betekent dit vrijwel zeker
het einde van Museum van Zuilen. Het Museum van Zuilen is het enige
museum in Utrecht dat aandacht besteed aan de industriële historie
van de stad. Het museum vernieuwt zichzelf voortdurend en ontwikkelt
steeds nieuwe manieren om mensen op laagdrempelige wijze te interesseren
voor de geschiedenis, maakt erfgoed toegankelijk en laat de betekenis hiervan
voor de toekomst zien. Dit doet het museum op innovatieve wijze, bijvoorbeeld
met StraatReünies, QR-stoeptegels, een escape room, de tweewekelijkse
uitzendingen van U in de Wijk en ook in de landelijke media krijgt het
museum regelmatig aandacht. Zo bereikt en ontvangt het Museum van
Zuilen bezoekers
die je in andere musea veelal niet tegenkomt.
Beledigende
conclusies
De
commissie prijst in haar advies de sociaalmaatschappelijke insteek
van de programma’s
van het museum en het industriële erfgoed dat het museum
toegankelijk maakt, maar uit kritiek op de artistieke en kunstzinnige
benadering van de tentoonstellingen van het museum. Dit
vindt het museum een ronduit beledigende conclusie. Als erfgoedmuseum
ligt de
focus van het museum op het realistisch en authentiek weergeven van
de geschiedenis van Zuilen, het dagelijks leven van de inwoners van
de wijk door de jaren heen én de betekenis
daarvan voor het heden. Dat is precies de reden dat het museum óók doelgroepen
aantrekt die je in andere musea veelal niet tegenkomt.
Ook
de conclusie van de adviescommissie, dat het museum meer aandacht zou moeten
hebben voor diversiteit, inclusie en bereik van doelgroepen buiten
Zuilen, is
volgens het museum je reinste kolder. Inclusiviteit is een kernwaarde
binnen het museum. Het museum heeft geen idee waar deze opvatting op
is gebaseerd, want: Het
museum is gratis toegankelijk voor alle doelgroepen, beschikt over faciliteiten
voor slechthorenden, voor mensen die slecht ter been zijn en bezoekers
die een prikkelarm museumbezoek wensen.
Naast
voorzieningen weerspiegelt bijvoorbeeld ook de tentoonstelling over gastarbeiders
ons vermogen om diversiteit te belichten zonder historische authenticiteit
te verliezen. De
laatste tentoonstelling Bouwen voor de Buurt is volledig online te
bekijken: een
unicum in de museumwereld. De tentoonstellingen van het museum
trekken niet alleen bewoners van Zuilen, maar ook een aanzienlijk
aantal bezoekers van daarbuiten. Zij zijn geïnteresseerd in de
historie van Werkspoor en Demka, hebben in het verleden in Zuilen
gewoond of vinden het tentoonstellingsthema bijzonder interessant.
In
de 1ste helft van 2024 kwam 85% van de bezoekers van buiten Zuilen.
Het Museum
van Zuilen heeft een substantiële aantrekkingskracht buiten de wijk Zuilen
en buiten de stad Utrecht.
Betekenis
voor de stad
Museum
van Zuilen heeft een enorm netwerk onder bewoners, verenigingen, ondernemers
en andere organisaties. Zowel in de wijk als daarbuiten. Het heeft een
groeiende groep vrijwilligers, die de kans krijgen om zich te
ontwikkelen. Bijvoorbeeld
in het vastleggen van mondelinge geschiedenis. Sinds anderhalf jaar is
er een werkgroep ‘sprekende geschiedenis’, waarin vrijwilligers
opnames maken
in het kader van tentoonstellingen en hiervoor worden opgeleid. Vele enthousiaste
vrijwilligers zijn nauw en intensief betrokken bij zowel de totstandkoming
als de uitvoering van de vele activiteiten. Activiteiten vinden niet alleen
plaats in het museum, maar vaak ook daarbuiten. Hierbij wordt samengewerkt
met andere organisaties zoals Bibliotheek Utrecht.
Advies
brengt Museum van Zuilen in gevaar
Kortom,
het advies roept vragen op, leidt tot verontwaardiging en grote
zorgen. Bestuur
en medewerkers – en ook alle vrijwilligers - gaan ervan uit dat als
het College
haar eigen uitgangspunten voor de Cultuurnota serieus neemt, dit
advies niet
opvolgt en zijn waardering voor onze innovatieve, laagdrempelige en inclusieve
aanpak omzet in een concrete financiële bijdrage. Kiest het college
van B
en W er voor het advies wél over te nemen, dan wordt de toekomst van
een van de
authentiekste musea van Utrecht bij het oud vuil gezet.