Precies op tijd, enkele weken voordat de voorjaarsbeurs begint, is de nieuwe Irenehal van de Koninklijke Nederlandse Jaarbeurs te Utrecht gereed gekomen. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op vrijdag 14 februari 1964.
De Jaarbeurs heeft er nu 13.000 vierkante meter overdekte expositieruimte bijgekregen, wat neerkomt op ongeveer 7300 vierkante meter netto ruimte. Het verschil krijgt men door de oppervlakte aan gangpaden van de bruto oppervlakte af te trekken. Op de 19de mei van het vorig jaar werd de eerste paal voor de nieuwe hal geslagen. De hal is 150 meter lang, 84 meter breed en 14 meter hoog. De lichtval is in vergelijking met de andere hallen zeer gunstig, omdat de hal een zogenaamd vouwdak heeft gekregen. In de Irenehal zijn restaurants ingericht, waarvan een met een snelbuffet voor zelfbediening. Beide restaurants samen bieden plaats aan 500 mensen.
Nu deze hal klaar is, beschikt de jaarbeurs ook op het Croeselaanterrein over goede congreszalen, waar tijdens beurzen vergaderingen en lezingen kunnen worden gehouden. De vergaderruimte biedt ruimte aan 450 personen. In deze zaal zal Prins Bernhard op de eerste dag van de voorjaarsbeurs, op 6 maart, de hal officieel openen.
In de hal is er voor gezorgd dat ook zeer grote machines gemakkelijk naar binnen kunnen worden gebracht. De deuren aan de kant van de Van Zijstweg zijn 9 meter hoog.
Het creëren van meer overdekte expositieruimte is ten koste gegaan van een deel van het buitenterrein. Er is namelijk ongeveer 7000 vierkante meter bruto buitenterrein opgeofferd.
Dit zal straks ook weer de nodige hoofdbrekens kosten, omdat bijvoorbeeld nu al bekend is dat de Jaarbeurs in het voorjaar van 1965 15000 vierkante meter expositieruimte buiten te kort komt.
