Bijna 24.000 gulden heeft mevrouw J.M. Donia (PvdA) het college van B. en W. woensdagavond gevraagd als aanvullende subsidie voor het verstrekken van melk op de scholen nu het rijk deze subsidie heeft afgeschaft. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op donderdag 23 januari 1964.
Mevrouw Donia heeft bijval gekregen van twee op haar volgende sprekers, de heren A.C. Bensen (CHU) en B.J. Schreuders (CPN). Daar donderdagmiddag op de raad eerst een gewone agenda ter afhandeling ligt te wachten zal het onderwerp van de schoolmelk later weer aan de orde komen.
Mevrouw Donia bracht in herinnering dat B. en W. in hun antwoord op vragen die zij enige tijd geleden heeft gesteld, hebben laten uitkomen dat de maatregel van het rijk stellig het gebruik van schoolmelk ongunstig zal beïnvloeden. Zij haalde vele uitspraken aan van vooraanstaanden op het gebied van de volksgezondheid, zowel in als buiten Utrecht, die een beperking van de omvang der schoolmelkverstrekking funest vinden.
Zij becijferde dat de ouders nu voor een liter melk 50 cent betalen terwijl de losse melk 47 cent kost. Er zijn in Utrecht-stad 9000 deelnemende kinderen die melk op school drinken en in voormalig Zuilen 2400. In totaal verdeeld over 115 scholen.
Mevrouw Donia vestigde er de aandacht op dat op de begroting van de Voorzieningdienst slechts de gebruikelijke post van 30.000 gulden voorkomt voor de verstrekking van 60.000 liter melk door het plaatselijk schoolmelkcomité voor kinderen die op medisch advies melk moeten drinken. In hun memorie van antwoord zeggen B. en W. nu wel dat zij besloten hebben over te gaan tot deelneming aan de landelijke regeling voor subsidiëring van schoolmelkverstrekking doch dit komt nergens in ’n begrotingspost tot uiting.
Zij vroeg hiervoor het reeds genoemde bedrag van 23.800 gulden. Mocht het antwoord van B. en W. niet bevredigend zijn dan zal zij een uitspraak van de raad hierover vragen.
