'Ik vind het enorm', aldus luidde de korte maar kernachtige reactie van wereldkampioen Anton Geesink, toen burgemeester De Ranitz het die morgen meedeelde, dat hij voortaan naast trotse drager van de titel 'zesde dan' ook kan bogen op de koninklijke onderscheiding ridder in de orde van Oranje Nassau. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op maandag 29 april 1963.
Burgemeester De Ranitz, zelf houder van de bruine band, zei tegen Anton Geesink dat hij niet geloofde dat Geesink de onderscheiding op zijn judokostuum kon dragen. 'Daar is hij een beetje te groot voor.' En Geesink, die zijn verbazing over zijn pas verworven ridderschap slechts langzaam kon verwerken, hoorde daarna nog van de burgemeester dat de onderscheiding hem wegens zijn prestaties op de judomat was toegekend.