Utrecht 60 jaar terug: Speeldoosmuseum blijft in Utrecht

Foto: UN 1 aug 1962

Berichten dat het museum van speeldoos tot pierement naar Den Haag zou verhuizen zijn de grootst mogelijke onzin. Dat zei Romke de Waard, voorzitter van het ‘speeldoosmuseum’, in het Utrechtsch Nieuwsblad van woensdag 1 augustus 1962. Het speeldoosmuseum blijft in Utrecht.

In Den Haag zou wel gedacht worden over verhuizing van het museum, zo blijkt uit een bericht in de stadseditie van het r.-k. dagblad Het Binnenhof van dinsdagavond. De krant schreef dat men in kringen van het ministerie van onderwijs, kunsten en wetenschappen er voor geporteerd zou zijn dat het te Utrecht gevestigde museum van speeldoos tot pierement wordt overgebracht naar Den Haag en wordt toegevoegd aan de verzameling muzikale curiosa van het gemeentemuseum.
Het stichtingsbestuur van het Utrechtse museum bereidt volgens het Utrechtsch Nieuwsblad echter een nieuw verzoek tot subsidie voor, waarin niet alleen welomschreven staat waartoe de eventuele subsidie wordt aangewend, maar ook waarom aan Utrecht als plaats van vestiging voorlopig de voorkeur wordt gegeven.
De gemeente Den Haag laat het Utrechtsch Nieuwsblad weten dat bij de directie van het gemeentemuseum niets bekend is van een mogelijke overbrenging van de Utrechtse collectie naar Den Haag.
Bovendien, het museum wil helemaal niet weg uit Utrecht. Het is gegroeid uit een in Utrecht gehouden tentoonstelling, die zo geslaagd was dat men zocht naar een blijvende expositie, die in dit museum zijn vorm kreeg. De gemeente Utrecht heeft op verschillende wijze meegewerkt en gestimuleerd dat het museum die aandacht kreeg, die het waard is.
Men zorgde van gemeentelijke zijde voor het onderkomen in het Catharijneconvent aan de Lange Nieuwstraat. Verder verstrekte de gemeenteraad ook subsidies, die o.a. gebruikt werden voor aankoop van tentoon te stellen instrumenten.
De gehele ontwikkeling van dit museum is een Utrechtse zaak geweest en men zou het bij de stichting, die dankbaar is voor alle medewerking, bijzonder onhoffelijk vinden tegenover de gemeente Utrecht en de inwoners die van veel belangstelling hebben blijk gegeven, als men nu de stad zou gaan verlaten.

Cookieinstellingen