Twee dagen nadat hij wereldkampioen was geworden, ging Anton Geesink een kijkje nemen in Wijk C, de buurt waar hij geboren en getogen is. Hij vertelt in het Utrechtsch Nieuwsblad op woensdag 13 december 1961 dat hij daar een pak slaag heeft gehad van Rijk de Gooyer.
De vader van Rijk de Gooyer had namelijk een bakkerij op de hoek van de Nieuwekade en de Koningstraat, vertelt Geesink. Daar was een een halletje bij, waar precies drie bakfietsen naast elkaar konden staan, maar dan kon er ook geen muis mee bij.
In een van de muren zaten drie loketjes, waardoor de bakkers hun brood kregen. ‘Als de fietsen dan naast elkaar in de hal stonden, kropen wij er snel overheen, smeten die loketten dicht, deden hetzelfde met de deur naar de straat en dan werd het natuurlijk een kabaal van jewelste. De bakkers achter de loketten konden toch niet bij ons komen, tenminste, dat dachten we…
Maar in de zijmuur zat een smal raampje en op een dag, toen we daar weer eens bezig waren, kwam Rijk de Gooyer stilletjes door het zijraam gekropen en hij heeft ons toen wat je noemt “kleun gegeven”. Ik voel het nog, als ik er aan denk.’
Maar Rijk de Gooyer wilde dit geintje nog eens uithalen en dat was volgens Anton Geesink niet slim. ‘Want toen waren we gewaarschuwd. En op het moment, dat hij door dat raampje kroop en net middenin zat zonder vooruit of achteruit te kunnen, zijn wij zonder afwachten in de aanval gegaan. En ik denk zo, dat Rijk het toen ook gevoeld heeft.”
Maar Rijk de Gooyer heeft later volgens Anton Geesink wel aan een paar artiesten-vrienden lopen vertellen dat hij de man was, die de wereldkampioen judo een pak slaag gaf.
