Utrecht 60 jaar terug: vreemdelingen in Utrecht

Foto: UN

In Utrecht verblijven in 1961 meer dan tweeduizend vreemdelingen. Dit blijkt uit het jaarlijkse overzicht van de vreemdelingendienst van de Utrechtse politie, zo meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op dinsdag 28 februari 1961.

Op 31 december 1960 stonden er in de registers van de vreemdelingendienst 2186 personen vermeld. Ze waren verdeeld over liefst 43 nationaliteiten, een grote groep zonder nationaliteit en een groep van onbekende nationaliteit.
De grootste groep is die van de statenlozen: 429, die in hoofdzaak bestaat uit politieke delinquenten. Dat zijn er 357. Een groot aantal van hen verloor in de oorlog het Nederlands staatsburgerschap door het dienst nemen bij een vreemde mogendheid. Een geringer aantal verloor het Nederlanderschap door dienst te nemen in het Franse vreemdelingenlegioen.
Wie woont er zoal als buitenlander in Utrecht? Studenten, zakenlieden, vluchtelingen, buitenlandse patiënten in Utrechtse ziekenhuizen, spijtoptanten, tijdelijk te werk gestelde Italianen volgens de Italiaans-Nederlandse overeenkomst en allerlei andere groepen en groepjes.
In 1960 waren er 393 Duitsers, 159 Belgen, 174 Hongaren, 148 Italianen, 145 Indonesiërs (meest ‘spijtoptanten) en 135 personen van onbekende nationaliteit. Van de laatste groep weet men wel dat een groot aantal uit Polen komt, maar om administratieve redenen is het beter deze groep ‘onbekend’ te noemen. De landen achter het ijzeren gordijn maken het hun onderdanen zeer moeilijk van nationaliteit te veranderen.
De politie heeft vorig jaar 35 vreemdelingen uitgeleid. Hierbij waren zestien Duitse minderjarigen, die zonder toestemming van hun ouders of zonder geld in Nederland rondliepen (of rondbromden…). Verder werden dertien volwassen Duitsers de grens overgezet omdat ze geen middelen van bestaan hadden.

Cookieinstellingen