Utrecht onderzoekt de mogelijkheden van aardwarmte

Foto: Warmtebron Utrecht

In Utrecht wordt op dit moment onderzoek gedaan naar aardwarmte ofwel geothermie. Bij aardwarmte wordt warm water uit de grond gepompt en gebruikt om bijvoorbeeld huizen te verwarmen. Hoe dieper de boring is (het kan ook in poreus gesteente zijn), hoe warmer het water is. Hiervoor zijn meestal twee putten nodig, een doublet. Bij de ene put wordt water omhoog gepompt, waarbij een warmtewisselaar de warmte eruit haalt, en via de andere put gaat het afgekoelde water weer terug de grond in.

Volgens wethouder Lot van Hooijdonk wordt momenteel onderzocht waar in deze regio de winning van aardwarmte mogelijk is. ‘Dat hangt af van de gesteldheid van de bodem. Elders in Nederland, waar sprake was van olie- en gaswinning, is daar al veel onderzoek naar gedaan. Hier weten we nog niet zoveel van wat er in de bodem zit. We zullen dus eerst moeten onderzoeken wat zich onder onze voeten bevindt. Is de bodem bijvoorbeeld poreus genoeg om er warm water uit te halen.’
Op dit moment is er al een initiatief van een aantal partijen die de mogelijkheden van aardwarmte aan het onderzoeken zijn, vertelt Van Hooijdonk. ‘Je hebt het het onderzoeksproject GOUD vanuit de partijen het Utrecht Science Park en het kantorenpark Rijnsweerd die onderzoek laat doen naar aardwarmte op een diepte van ongeveer 5 tot 7 km. Want hoe dieper, hoe warmer het water. Dit biedt bovendien de mogelijkheid om stoom op te wekken waarmee je deels ook elektriciteit kan maken. Ook het UMC Utrecht is hierbij aangesloten en nog vier andere Utrechtse bedrijven en kennisorganisaties doen mee. Dat zijn partijen met gezamenlijk een hoog energieverbruik. Daarnaast is er het onderzoeksproject LEAN dat onderzoekt of in de Utrechtse bodem aardwarmte zit op een diepte van ongeveer 3 kilometer. Deze warmte kan gebruikt worden voor het warmtenet van Utrecht. Bij LEAN zijn 8 organisaties betrokken. De beide onderzoeksprojecten communiceren onder Warmtebron Utrecht. Wij als gemeente en de provincie Utrecht zien de initiatieven van Warmtebron Utrecht als een belangrijke bijdrage aan de energietransitie. Aardwarmte kan de stadsverwarming, waar een derde van de stad op is aangesloten, verduurzamen. Het grote voordeel is dat op het Utrecht Science Park de leidingen er al liggen. Het gaat hier om grote investeringen en die zouden nog hoger zijn als je ook nog eens de leidingen zou moeten aanleggen.’

Poreuze lagen
Volgens Joop Oude Lohuis, programmadirecteur energie bij de gemeente Utrecht, zijn de partijen gezamenlijk op zoek naar de geschiktheid van de verschillende lagen om voldoende water mee te kunnen verwarmen. ‘Die poreuze lagen moeten niet te diep liggen en er moeten geen breukvlakken zijn want dat zou weer een verhoogd risico op aardbevingen kunnen geven. Warmtebron Utrecht heeft op basis van alle beschikbare data geconcludeerd dat het gebied tussen Utrecht-Zuid en Nieuwegein daarbij het meest kansrijk is en daar gaan we zoeken.’
Van Hooijdonk: ‘Het onderzoek naar een geschikte locatie vindt plaats in drie fases. Eerst vindt er deskresearch plaats op basis van de beschikbare gegevens. Vervolgens wordt er ‘seismisch geschoten’. Daarna gebiedsonderzoek en vervolgens, om echt na te gaan of er ook aardwarmte in de bodem aanwezig is, vindt er een proefboring plaats. En als alle seinen op groen staan, dan zal naar verwachting begin 2020 de eerste boring plaatsvinden voor het winnen van warm water. Utrecht is overigens een van de eerste locaties waar naar aardwarmte wordt geboord om te gebruiken voor het verwarmen in de bebouwde omgeving. Op de meeste andere locaties is de boorlocatie gekoppeld aan industrie die nu nog gas of olie gebruikt.’
Oude Lohuis: ‘In 2021 weten we dan zeker of aardwarmte kansrijk is.’
Van Hooijdonk: ‘Eneco is ook bij Warmtebron Utrecht aangesloten. Daarmee hebben we een grote afnemer aan tafel en dat is belangrijk als we in 2022 de eerste warmte leverende doublet ter beschikking hebben.’
Oude Lohuis: ‘Er zijn nu in Nederland naast Warmtebron Utrecht al ruim 20 gerealiseerde projecten op het gebied van aardwarmte. Daarbij gaat het om locaties die continu energie nodig hebben, met name glastuinbouw. Daarnaast zijn er op dit moment tientallen projecten in de verkennende fase en verder. In Groningen, Noord-Holland, Gelderland en Brabant. Er is ook een nationaal programma om de kennis te bundelen en sneller te leren.
Van Hooijdonk: ‘Eneco moet rekening houden met een jaarlijkse warmtevraag die de vorm heeft van een badkuip. De baseline is ‘voorzien’ voor aardwarmte die altijd energie levert en daarnaast moet je dan nog andere energiebronnen hebben waarmee je in de winter de piekvraag kunt voorzien.’
Oude Lohuis: ‘De techniek is niet het probleem. De grootste onzekerheid is wat zich onder de grond bevindt. Je hebt gebieden waar ze de ondergrond beter kennen, door de gasboringen. Hier niet, hier moeten we die bodem eerst nog in kaart brengen.’
Van Hooijdonk: ‘We hebben in Utrecht op dit moment nog geen zekerheid dat het hier gaat werken. We denken echter wel dat het mogelijk is.’
Oud Lohuis: ‘De warmtevraag, de woningen en gebouwen, moet niet te ver weg zitten van de plek voor aardwarmte. Binnen 10 km is een goede afstand, 30 km is twijfelachtig. En het gaat dan niet alleen over energieverlies maar ook om de investeringen om de pijp aan te leggen.’
Van Hooijdonk: ‘Hoe verder je het water moet vervoeren, hoe meer het afkoelt. Dat probleem heb je niet met elektriciteit. Het gaat om warm water dat door een geïsoleerde buis wordt vervoerd.’
Oud Lohuis: ‘Aardwarmte is een aantrekkelijke optie om energie te verduurzamen. Alle projecten met aardwarmte die worden ingediend scoren gunstig. Het is, met de huidige subsidies, een aantrekkelijke energiebron.’
Van Hooijdonk: ‘Met zonnepanelen en windenergie weet je wat je krijgt. Bij aardwarmte moet je veel investeren zonder dat je de zekerheid hebt of het op die plek gaat werken. Maar als je eenmaal raak prikt dan heb je een constante stroom van aardwarmte die niet meer ophoudt. Je kunt dan gaan leveren over een lange tijd. De overheid gaat helpen om de risico’s aan het begin af te dekken.’
Oud Lohuis: ‘Aardwarmte is echter niet onuitputtelijk. Een bron gaat 30, 40 misschien zelfs 50 jaar mee en dat is zeker voldoende tijd om alle kosten eruit te halen.’

Proeflocatie
Oud Lohuis: ‘Warmtebron Utrecht zoekt voor het onderzoeksproject Lean op dit moment een proeflocatie. En wij, de gemeente Utrecht en Nieuwegein en de provincie, helpen mee. Als die plek is gekozen dan moeten er vergunningen geregeld worden en dan hoopt Warmtebron Utrecht volgend jaar te kunnen starten met de proefboring en het jaar erop gebruik te kunnen maken van aardwarmte.’
Van Hooijdonk: ‘Voordeel is ook dat Utrecht al een warmtenet heeft en dat er veel kennispartijen bij Warmtebron Utrecht betrokken zijn zoals TNO, Energie Beheer Nederland (EBN) en de universiteit. Vooral de voorkant is ingewikkeld. We helpen marktpartijen met een garantie om te investeren. En ze hebben met een afnemer een aantrekkelijke propositie. Het doel is uiteindelijk om met aardwarmte 20 tot 40 procent van de warmtevraag van de provincie te voldoen. Na de energietransitie krijg je een nieuwe wereld, het wordt veel diverser. Nu heb je nog grote centrales. We hebben gas en kolen, een paar windmolens. Maar het wordt veel diverser, met aardwarmte, zonne-energie, wind.’
Oud Lohuis: ‘Utrecht kijkt met meer dan gemiddelde belangstelling naar aardwarmte. De kosten zijn niet de belemmering, de aanloop is ingewikkeld, vooral onzeker en met hoge investeringskosten.’
Van Hooijdonk: ‘Maar dan heb je een steady warmtebron. Als het lukt dan is het van groot strategisch belang, als het niet lukt dan moeten we de bakens verzetten. De alternatieven liggen echter niet voor het oprapen.’

Cookieinstellingen