
“Kinderen die te maken hebben met seksueel misbruik, houden dat jarenlang voor zichzelf. Leven met een geheim is stressvol en dat beïnvloedt hun ontwikkeling ingrijpend.” Dat zegt klinisch psycholoog Iva Bicanic. Zij is 15 december 2025 benoemd tot hoogleraar ‘Seksueel misbruik van kinderen: de gevolgen en behandeling’ aan het UMC Utrecht.
Seksueel misbruik in de jeugd is een ernstig maatschappelijk probleem met langdurige gevolgen voor slachtoffers en hun omgeving. Zeker 87% van seksueel misbruik vindt dicht bij huis plaats, door een bekende. De impact op de (mentale) gezondheid van kinderen en volwassenen kan enorm zijn. Kinderen met een misbruikgeschiedenis hebben een verhoogde kans op suïcide, automutilatie, depressie of verslaving, doordat ze gebukt gaan onder schuldgevoelens. Ze verwijten zichzelf dat het is gebeurd, hoe ze hebben gereageerd etc. De impact moeten ze vaak in hun eentje dragen. Dat is een groot verschil met andere trauma’s”, vertelt klinisch psycholoog Iva Bicanic. “Daar praten we over met dierbaren, daar zoeken we steun. Maar bij misbruik gebeurt dat niet.” Typerend voor seksueel misbruik is dat kinderen erover zwijgen. Ze vertellen het vaak pas als ze al lang op eigen benen staan. Volgens Iva Bicanic zwijgen kinderen vooral omdat ze doodsbang zijn voor de consequenties als het uitkomt. En terecht. Soms vallen hele families uit elkaar, dus een onthulling is niet zonder gevolgen. “Je weet als kind dat er iets gaat veranderen, je weet alleen niet precies wat. De meest toegepaste strategie is dan: er niet meer aan denken en er niet over praten. Niks aan hand. Ruim de helft van de bewezen misbruikte kinderen laat ook helemaal geen gedragssignalen zien die erop wijzen.”
Om de zorg te optimaliseren is bewustwording nodig. “Als we door wetenschappelijk onderzoek te doen leren hoe we vroegtijdig kunnen signaleren, beter begrijpen wat er nodig is en gerichter kunnen ondersteunen is dat winst. Helaas is seksueel misbruik een wicked problem; net als klimaatverandering niet iets wat zich eenvoudig laat oplossen, maar slimme keuzes maken en samen zoveel mogelijk kinderen optimaal laten ontwikkelen, het kan wel!”
Als het aan Iva Bicanic ligt, zou er bij de intake van ouders en kinderen in de (medische) zorg standaard aan kinderen gevraagd moeten worden of ze dingen hebben meegemaakt waarvan ze in de war zijn, of die niet OK voelen, of die geheim zijn. “In elke klas zitten gemiddeld twee kinderen die (online) seksueel misbruik meemaken. Ik hoop daarom dat artsen, verpleegkundigen en hulpverleners over hun afweer en handelingsverlegenheid stappen en durven vragen. Want het verband tussen seksueel misbruik en het (lichamelijk) welzijn van kinderen is bekend ”, zegt Iva. “Het onderzoek dat we gaan doen is deels gericht op taal en op het bekwamen van zorgverleners, zodat zij effectief kunnen en durven vragen. Zodat zij uiteindelijk vanuit levensloopperspectief langdurig betere zorg kunnen bieden, zoals we dat nu gewend zijn te doen bij chronisch zieke kinderen.”
Ouders hebben een belangrijke rol
Zijn er perspectieven die hoop geven? “Ouders moeten weten dat ze een belangrijke rol hebben in het herstelproces. Ze zijn belangrijker dan honderd therapeuten zoals ik. Als het misbruik uitkomt, kun je ouders wel opvegen. Het is ook verschrikkelijk als je erachter komt dat je kind een lange periode is misbruikt is door een bekende. Maar ik probeer hen duidelijk te maken dat ze hun kind geen groter cadeau kunnen geven dan rustig te blijven en vertrouwen uit te stralen: mama moet soms huilen, maar het komt wel goed en papa is soms boos, maar niet op jou. Voor een kind is het heel beangstigend als ouders zich zo verliezen in emoties. Een kind voelt zich daar schuldig over en gaat verder met wat het altijd al deed: net doen alsof er niks aan de hand is.”
Eigenlijk wilde Iva medicijnen studeren en kinderarts worden. Maar toen ze een paar keer werd uitgeloot, koos ze voor bewegingswetenschappen en later psychologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. De colleges van Francien Lamers, hoogleraar kindermishandeling, inspireerden haar om zich te specialiseren in seksueel misbruik van kinderen. “Die kinderen overkomt iets waar ze niks aan kunnen doen en vervolgens zijn ze hun jeugd kwijt. Dat is een groot verlies. Hoe ga je dan verder?”
Iva werd de oprichter van het Landelijk Centrum Seksueel Geweld en ze leidt het Landelijk Psychotraumacentrum voor Kinderen en Jongeren in het WKZ, UMC Utrecht. Haar nieuwe leerstoel die de Universiteit Utrecht en het UMC Utrecht realiseren, kenmerkt een nieuwe fase. “De reflex om bij dit thema af te weren of weg te kijken is heel begrijpelijk. Dat deze universiteit erkent dat seksueel misbruik bij kinderen er is en dat er meer wetenschappelijk onderzoek nodig is om daar iets aan te doen is van groot belang. Het instellen van een leerstoel laat zien dat seksueel misbruik een structureel maatschappelijk vraagstuk is dat wetenschappelijke aandacht verdient. Ik wil met een sterk onderzoeksteam, in samenwerking met Dynamics of Youth (UU), met de support van belangrijke partners zoals het Fonds Slachtofferhulp en anderen - en in dialoog met slachtoffers - het verschil te maken de komende jaren. Het is immers een thema dat ons als samenleving allemaal aan gaat.”





